Vrieskou verhindert radarcontrole





 

Automobilisten die de afgelopen twee weken tijdens de strenge vorst zijn geflitst, kunnen mogelijk met succes hun boete aanvechten. De politie mag namelijk niet met alle radarapparatuur bij strenge vorst flitsen. Bij extreme temperaturen - koude óf hitte - werkt elektronica niet goed. Daardoor kunnen meetfouten ontstaan. Dat zegt het Nederlands Meetinstituut (NMI).

Voor het gebruik van laserguns, radarapparatuur en flitskasten gelden strenge eisen zoals vastgelegd in de Voorschriften Meetapparatuur Politie. Het NMI keurt, controleert en test de apparatuur. Volgens het instituut is de omgevingstemperatuur van invloed op de betrouwbaarheid van de meting. Hoe kouder of hoe warmer, hoe minder nauwkeurig de meting, aldus het NMI.



Senior productmanager David Stam: "Elektronica werkt dan minder goed." De grijze 'onbewaakte' flitskasten langs de weg en op drukke kruisingen controleren zich volgens het NMI zelf. Bij extreem hoge of lage temperaturen schakelen ze zichzelf uit.

Mobiele radarapparatuur, vaak verdekt opgesteld op een statief, moet volgens het NMI door de agent zelf worden gecontroleerd of aan alle eisen is voldaan, zoals de buitentemperatuur. "Dus als het apparaat is gekeurd tot maximaal min 10 graden Celsius dan mag het niet worden gebruikt als het kouder is", zegt Stam.

Het Bureau Verkeershandhaving van het openbaar ministerie van verkeersofficier Koos Spee stelt radarapparatuur beschikbaar aan verschillende politiekorpsen. Die is volgens een zegsman gecertificeerd voor een buitentemperatuur tussen de -10 en +40 graden Celsius.

Volgens verkeersrechtadvocaat Tjalling van der Goot van Anker & Anker Advocaten kan twijfel over de betrouwbaarheid van de apparatuur leiden tot vernietiging van de boete of vrijspraak. Het Korps landelijke politiediensten, verantwoordelijk voor snelheidscontroles langs de snelweg, twijfelt niet aan de betrouwbaarheid van de eigen apparatuur tijdens strenge vorst.

 
 
Bron: Telegraaf
 
  13-1-2009  


|

FlitsKaart