Euvelgunnetracé maakt crimineel





 

Ik ben een crimineel. Ik ben een wegpiraat. Ik ben een asfaltduivel. Ik ben de hork aan het stuur. Een gevaar voor weggebruikend Groningen ook. Ik heb er zwaar voor moeten boeten, crimineel zwaar.

Justitie eist honderden euri van mij. Wat ik in godsnaam heb gedaan? Ik heb een tractor ingehaald. Een nadere verklaring is op zijn plaats, maar één ding is zeker, de schuld van deze criminaliteit ligt bij het Euvelgunnetracé, dat fijn stukje nieuw asfalt rond de stad.

Het is maandagmorgen, half negen. Ik tuf vanuit mijn geliefde Winschoten met mijn rode peuzjootje 206 diesel met deuk richting Stad. De radio op Noord. Mijn zender en in dit geval Edwin in ’t Veld meldt negen kilometer file voor de stad. Het nieuwe allesverbeterende Euvelgunnetracé is na vijftien jaar eindelijk geopend.

Ik denk slim te zijn en pak de oude rijksweg langs het Winschoterdiep. Maar net als ik denk slim te zijn, denken anderen dat ook. Dus staat er op de oude rijksweg ook minstens negen kilometer file. Alle tijd om eens flink te vloeken op alles en iedereen die de nieuwe weg hebben bedacht en uitgevoerd. Ik moet in onze Mediacentrale bij de Euroborg zijn. En net als ik er bijna ben zou ik eerst nog even een rondje moeten maken van een kilometertje of vijf. Als ik naar Pekela wil, rijd ik toch ook niet via Godlinze?

Een groot schip vaart, het ijs voor zich uitduwend, met me mee naar Groningen. Een half uur later vaart het schip nog steeds naast mij. Ik denk aan de Snikke. In vervlogen tijden voeren trekschuiten aangedreven door paarden- of mankracht vanuit Oost-Groningen vol met mensen, post en pakjes naar stad. Een soort boottaxi. Ik bedenk meteen een supersnikke. Een draagvleugelboot door het Winschoterdiep. Henkie Bleker hoogt alle bruggen op zodat de supersnikke in één ruk en binnen een kwartier naar stad vliegt.
Hier laat ik Wubbo Ockels toch een poepie ruiken.

En de trein dan? Wel eens om kwart over acht in de trein van Winschoten naar Groningen gestapt? Nou uit ervaring kan ik vertellen dat ie minstens net zo vol zit als die trein van Roodeschool en ook minstens net zoveel stations voorbij raast. Nee, geef mij maar de supersnikke. Vandaag vraag ik patent aan.

Veel te laat verschijn ik op mijn werk. Mijn stadse collega’s gunnen mij een meewarige blik.

Een dag later geef ik de oude rijksweg een nieuwe kans. Ik begin later, files verwacht ik niet meer. En ik heb gelijk; een heerlijk lege weg. Op mijn gemakkie, een sigaretje rokend, kan ik de schepen in aanbouw bij de werven bewonderen. Altijd weer een mooi gezicht. Van die lassende mannetjes op een enorme bak staal wat later een sierlijk schip moet worden.

Ik ben bijna bij Waterhuizen als voor mij een tractor opdoemt. Nou zal je het hebben! Ik denk aan de dag ervoor en ik zie mij opnieuw in z’n 1, hortend en stotend de stad bereiken. Nou mooi niet! Ik loer om de trekker heen en zo vlak voor de rotonde bij de patatkraam is de weg leeg en hup mijn rode peuzjootje glipt er mooi langs.

Net als ik weer mijn positie als onderuitgezakte relaxte autobestuurder heb ingenomen, flitst er ergens iets. Automatisch kijk ik in de achteruitkijkspiegel, net zo automatisch denkend dat ik geflitst word. Het onheil blijkt vele malen groter. Achter mij rijdt een onopvallende surveillancewagen, zoals dat zo mooi heet. In dit geval een grijze BMW uit de 1-serie.

Voor ik het weet staat agent in burger voor m’n opengedraaid portierraampje. Hij lijkt op staatssecretaris Jack de Vries van Defensie. Mijn snel omgemoffelde veiligheidsgordel heeft natuurlijk geen enkele zin. Ik mag samen met zijn collega, Willem Duijn junior, naar mijn eigen racevideootje kijken. Een soort Top Gear, maar dan anders. Gelukkig is de camera van Blik op de Weg er niet bij. Een dag eerder was ik de klos geweest, vertelt agent Willem zonder enige emotie. Op de video zie ik mijn rode peuzjootje over allerlei doorgetrokken lijnen een tractor inhalen. Eindoordeel: 240 euro boete en dan hebben ze me nog gematst ook.

Ik ben dus een crimineel, een arme ook. Met dank aan het Euvelgunnetracé. Laat die supersnikke maar komen!

Door Erik Hulshegge

 
 
Bron: RTV Noord
 
  2-4-2009  


|

FlitsKaart