'Bekeuren taak voor gemeente'





 

DEN HAAG - Gemeenten willen strenger controleren op verkeersovertredingen als het rijden door rood licht, overschrijding van de maximumsnelheid en het fietsen in een voetgangersgebied. Daarvoor is het, volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), nodig dat deze verantwoordelijkheid gedeeltelijk wordt overgedragen aan het lokaal bestuur.



Brief




In een brief aan de Tweede Kamer wijst de VNG erop dat het kabinet onterecht vasthoudt aan de bestaande situatie, waarbij uitsluitend politie en justitie controleren en handhaven. "Politie en justitie geven geen voorrang aan de verkeershandhaving. Controle door gemeenten is veel effectiever. Het helpt daarbij dat de opbrengst van de boetes naar de lokale overheid gaat. Omdat dan intensiever wordt gecontroleerd en de pakkans groter is, zal de burger zich sneller aan de regels houden".


Onverstandig


Politievakorganisatie ACP is fel tegenstander van het plan. "Dit is echt onverstandig", zegt voorzitter Joop Vogel. "Het is prima als stadswachten toezicht houden, maar het échte optreden bij overtredingen moet worden overgelaten aan de politie die daarvoor is opgeleid en getraind.


Mensen die bonnen uitschrijven, worden niet zelden geconfronteerd met verbaal en fysiek geweld. Dat blijkt ook uit recent onderzoek. Het is daarom beter alles in één hand te houden, bij de politie."


De VNG meent dat het allemaal wel zal meevallen. Als voorbeeld wordt genoemd het parkeerbeheer dat tien jaar geleden werd overgeheveld naar de gemeenten. De controle en handhaving op foutparkeren is daarop aanzienlijk verscherpt.


Het stoort de lokale besturen zeer dat zij wel worden aangesproken op verkeers-onveiligheid, maar niet bevoegd zijn verkeersbesluiten te handhaven.


Eind januari discussieert de Tweede Kamer met de ministers Netelenbos en Korthals over verkeersveiligheid.


Snelheidsduivels


Op landelijk niveau blijkt overigens dat het aantal snelheidsduivels dat zijn rijbewijs heeft moeten inleveren vorig jaar drastisch is toegenomen.


De politie vordert een rijbewijs in als bestuurders van motorvoertuigen de maximum snelheid met meer dan 50 kilometer per uur overschrijden of indien zij een asociaal rijgedrag vertonen.


Alleen al het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) zag het aantal ingevorderde rijbewijzen vorig jaar bijna verdubbelen tot 936.


Volgens KLPD-woordvoerder John Bennink is het asociale rijgedrag op de snelwegen fors toegenomen en is de pakkans door een gerichtere bedrijfsvoering aanmerkelijk vergroot. "Door het inzetten van speciale spitsteams kunnen andere politiemensen van het KLPD zich specifiek met snelheidscontroles bezighouden. Zo hebben onze twaalf VROS-teams (video, registratie, onopvallende surveillance) vorig jaar op de snelwegen 12.725 verkeersdeelnemers aan de kant gezet.


Als blijkt dat men voor de eerste keer wordt aangehouden voor te snel rijden, dan houdt de officier van justitie het vaak op een forse geldboete en kan men meestal de volgende dag het rijbewijs al weer ophalen. Is men al eerder gepakt, dan komt de zaak binnen vier maanden voor en is de kans groot dat men het rijbewijs enige tijd kwijt is," aldus de woordvoerder, die er aan toevoegt dat het aantal VROS-teams nog wordt uitgebreid.


Volgens een woordvoerster van het openbaar ministerie in Den Haag is het niet na te gaan hoeveel rijbewijzen vorig jaar totaal door alle 25 regiokorpsen in ons land werden ingevorderd. Wel staat vast dat er net als bij het KLPD een aanzienlijke toename valt waar te nemen. In Amsterdam moest zelfs al een tweede officier van justitie worden aangesteld om het groeiend aantal zaken van snelheidsovertreders binnen de gestelde termijn van vier maanden voor de kantonrechter te kunnen brengen.

 
 
Bron: De Telegraaf
 
  22-1-2002  


|

FlitsKaart