Als een groeiend aantal beursanalisten en oliespeculanten gelijk krijgt, kunnen automobilisten in ons land hun borst natmaken. Een benzineprijs van €2 per liter is niet ondenkbaar.

Nu kost een vat olie circa 130 dollar en een liter benzine bij bemande benzinepompen bijna €1,63.

Accijnzen
Steeds meer beleggers en marktkenners houden er echter serieus rekening mee dat de prijs van een vat olie aan het eind van het jaar maar liefst 200 dollar per vat is. Paul van Selms van consumentencollectief UnitedConsumers.com schat in dat een liter benzine in dat geval €2 zal kosten. Als de overheid de accijnzen niet verlaagt, zullen we daar uitkomen ja. Dat de olieprijs wel eens naar de 200 dollar zou kunnen klimmen, blijkt onder meer uit een sterk toenemend aantal beleggers dat speculeert op deze spectaculaire groei. Zo is het aantal optiecontracten dat kopers het recht geeft om voor het einde van het jaar een vat olie voor 200 dollar aan te schaffen, maar liefst negen keer groter dan in januari.

Gokken
Dat betekent dat steeds meer speculanten er op gokken dat tegen die tijd de olieprijs boven de 200 dollar zal liggen. Stel dat de prijs dan op 210 dollar ligt, dan hebben zij 10 dollar per vat verdiend, aangezien zij het recht hadden om voor 200 dollar te kopen. Ook steeds meer analisten achten een prijs van rond de 200 dollar niet onwaarschijnlijk.

Goed nieuws voor sommige beursgangers dus, maar slecht nieuws voor de Nederlandse huishoudens. Want behalve aan de pomp, zien de burgers de hoge olieprijs ook vooral terug in hun gasrekening. De gasprijs is immers gekoppeld aan de olieprijs.