Column: kerstverkeer





 

Ik reed op eerste kerstdag naar het hoge noorden en verbaasde me erover hoe rustig iedereen reed. Wat is er in vredesnaam aan de hand met autorijdend Nederland?
Vroeger – en dan heb ik het over een dikke twintig jaar geleden – was het nog heel gewoon om het gas op de plank te trappen als je Amersfoort eenmaal voorbij was. De A28 was een racebaan waar niet of nauwelijks op snelheid gecontroleerd werd en voorbij Zwolle was je sowieso veilig voor de politie.

Nou ja, niet helemaal natuurlijk. Ik kreeg ooit ergens in de buurt van Hoogeveen wel degelijk het keiharde bewijs geleverd dat mijn Alfaatje 182 echte kilometers per uur haalde. Een mengeling van trots en lichte misselijkheid bij de gedachte aan de acceptgiro maakte zich toen van mij meester.

Welk gevoel ik op deze eerste kerstdag – op weg naar mijn ouders – had, weet ik eigenlijk nog steeds niet. Maar ik had eigenlijk wel zin om weer eens ouderwets hard te rijden. Met als geldig excuus dat ik het mijn lieve moeder niet aan zou kunnen doen te laat aan het kerstdiner te verschijnen.

Het overige verkeer had overduidelijk helemaal geen zin om op te schieten. Iedereen sukkelde maar zo’n beetje voort met een goeie 100 km/h. Waarbij het opvalt dat het eigenlijk nauwelijks uitmaakt of het een wegvak is waar je 100 mag of dat het stuk is waar 120 is toegestaan. Het heeft er alle schijn van dat het niemand eigenlijk meer iets kan schelen hoe hard je nu precies mag rijden. Men gaat massaal aan de veilige kant zitten qua snelheid, met het idee dat 110 op de teller altijd goed is.

Ze zitten dan dankzij de tellerafwijking en de meetcorrectie safe op een vak waar het 100 is en zijn te lamlendig om nog uit te kijken naar de stukken waar je iets sneller mag rijden. Hieruit spreekt totale desinteresse; de Nederlandse automobilist lijkt nu dan toch echt volledig murw te zijn gemaakt door de heksenjacht op snelheidsovertreders.

Het valt niet langer te ontkennen: verkeersofficier Koos Spee heeft waargemaakt wat hij een jaar of vijf geleden zei. Hetgeen er op neer kwam dat hij kadaverdiscipline zou afdwingen met een aanzienlijke vergroting van de pakkans.

Men doet het thans zelfs dusdanig in de broek dat diezelfde meneer Spee zich onlangs nog geroepen voelde te benadrukken dat er in de trajectgecontroleerde 80 km/h zones op de snelwegen rond de grote steden best wat harder gereden mag worden dan de krampachtige 78 km/h die de meesten aanhouden en waardoor de filedruk onmiskenbaar is toegenomen.

Op de terugweg zag ik bij Amersfoort een lichtkrant langs de weg met de tekst ‘minder file bij 90 km/h?’, waarna ik ineens begreep wat het uiteindelijke hogere doel moet zijn: de automobilist in totale verwarring brengen omtrent de snelheid waarmee gereden mag worden, waardoor men maar liever helemaal niet meer in de auto stapt.

Door Thomas Bangma

 
 
Bron: Planet.nl
 
  31-12-2006  


|

FlitsKaart