Column: Ruis op de lijn





 

Onlangs heeft de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) een nieuw rapport gepubliceerd. Hierin staat wat we tegenwoordig allemaal weten van verkeershandhaving.



Het goede nieuws is, dat het rapport geen enkele vermelding maakt van Finch en Taylor. Deze onderzoekers legden de fundamenten voor snelheidshandhaving wereldwijd. Maar de wereldwijde kritiek op hun onderzoeken waren ook niet van de lucht.



Uit het rapport blijkt namelijk dat schrijver Goldenbeld wel vaker met BVOM samenwerkt om onderzoek te doen. Dit hoeft niet te betekenen dat de kritische blik verslapt door de goede verstandhouding met BVOM. Het is mij niet bekend hoe Goldenbeld hierin zit, maar doctor Charles Goldenbeld heeft de schijn tegen zich.



Goldenbeld besteedt namelijk een groot deel van zijn publicatie aan het uitleggen hoe goed verkeershandhaving wel niet is. Verkeershandhaving heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat er tussen 1986 en 2000 het aantal verkeersdoden met 190 werd gereduceerd. Dat zijn een krappe 14 verkeersdoden per jaar. Volgens Goldenbeld is verkeershandhaving hiermee de meest effectieve maatregel van allemaal. In andere woorden, veilige auto’s en wegen presteren lang niet zo goed.



Goldenbeld noemt twee strategieën om een plek voor een snelheidscontrole uit te kiezen. Je kunt dat doen op een plek die onveilig is, maar je kunt ook een dobbelsteen gooien en de snelheidscontrole op een willekeurige plek neerzetten. Koos Spee hanteert een derde methode: snelheidscontroles worden gehouden op plaatsen waar ze het meeste opleveren. De trajectcontroles op de A4, A12 en A2 zijn daar het onomstotelijke bewijs van.



Doctor Charles zit ook nog met een probleem in zijn maag. De mensen die zich tegenwoordig aan de limiet houden, doen dit steeds vaker uit angst voor een boete, niet vanwege verkeersveiligheid. Dat moet veranderen en daarom moet de overheid ervoor gaan zorgen dat mensen meer begaan zijn met verkeersveiligheid als zij zich aan de limiet houden. Het was eigenlijk de bedoeling dat de bange mensen uiteindelijk van mening zouden veranderen, omdat een andere mening veel makkelijker is, maar dat zit overduidelijk niet in het verschiet.



Vooral communicatie moet helpen om ervoor te zorgen dat burgers het eens zijn met het snelheidsbeleid. De overheid kan gebruik maken van het huismerk “Daar kun je mee thuiskomen”. Communicatie experts weten te vertellen dat het geen zin heeft om aan de burger uit te leggen wat het nut is van snelheidscontroles. Maar Goldenbeld is een volhouder; het verleden heeft bewezen dat roekeloze snelheden levensgevaarlijk zijn en daarom moeten mensen niet zeuren over een boete van 4 km/u te snel, want dat is na wettelijke correctie en was eigenlijk 8 km/u te snel.



Het gezeur moet maar eens ophouden. Niet alleen burgers zeuren, ook “hoogwaardigheidsbekleders” (politici, korpschefs e.d.). Goldenbeld noemt iedereen die een andere mening heeft dan hijzelf, “ruis op de lijn”. En volgens Goldenbeld moet die ruis bestreden worden.



Doctor Charles geeft alvast een voorzet in de communicatie. Snelheidscontroles zijn belangrijk om onaangepast gedrag te corrigeren, bijvoorbeeld in de buurt van scholen en winkelcentra. In Friesland hebben snelheidscontroles goede resultaten geboekt op 80 km/u wegen. Daarom is het volgens Goldenbeld een goede zaak dat er meer trajectcontroles komen op snelwegen. Kortom, het arsenaal aan argumenten is uitstekend dus moet het niet moeilijk zijn om te burger te overtuigen.



Volgens Goldenbeld is het effect van verkeershandhaving moeilijk te meten. Toch noemt hij een eerder rapport van SWOV waaruit blijkt dat handhaving circa 10% effect heeft gehad. En dat woordje “circa” is de instinker. Want het eerdere rapport had het over 9% effect (insignificant). Door tien procent te noemen zit Goldenbeld precies op een psychologische grens. Goldenbeld vergeet ook te melden dat de helft van die 9% effect werd bereikt met een handjevol gordelboetes. Een deel van de overige helft met miljoenen snelheidsboetes.



Maar doctor Charles brengt het nog leuker. In 33% tot 63% van het straatwerk, besteedt de politie aandacht aan het verkeer (in al haar facetten!). Waar de burger nu denkt “ga boeven vangen” is Dr. Goldenbeld van mening dat dit een goede zaak is. De doctor merkt in zijn publicatie op dat het “rechtsgevoel” van de burger inzake kleine snelheidsovertredingen niet terecht is (vanwege de wettelijke correctie). Sommige winkeliers doen tegenwoordig geen aangifte meer van diefstal, maar krijgen wél boetes voor kleine snelheidsovertredingen.



Het staat niet vast in hoeverre Dr. Goldenbeld een vriendje van Spee is, vast staat wel dat zijn publicatie één groot pleidooi is vóór snelheidshandhaving. Al het goede komt van snelheidshandhaving, er is niets op aan te merken, behalve dan dat de burgers het niet zo leuk vinden. Het pleidooi wordt gegeven, ongeacht het feit dat de effecten nauwelijks meetbaar zijn, terwijl de effecten die wél gemeten zijn nu niet bepaald in het voordeel van Koos Spee pleiten.



Goldenbeld vindt het niet terecht dat burgers er vanuit gaan dat flitsen voor de staatskas is. Gemeenten mogen het echter niet vanwege het argument van belangenverstrengeling. Dat de organisatie van Koos Spee zijn eigen inkomsten bij elkaar flitst, wordt door Goldenbeld niet genoemd. Dat is natuurlijk geen belangenverstrengeling; wat het wel is moet nog verzonnen worden.



Toch jammer, dat een wetenschapper onderdeel wordt van overheidsoplichterij en op die manier zijn steentje bijdraagt aan de Nederlandse belastingslavernij.

 
 
Bron: Flitsservice.nl
 
  3-1-2005  


|

FlitsKaart