Column: Snelheidsbegrenzer slechte maatregel





 

Minister van V&W, Camiel Eurlings stelt voor om een snelheidsbegrenzer verplicht te stellen voor “notoire snelheidsovertreders”, zodat deze niet sneller kunnen rijden dan anderen.

Het is een slechte maatregel. De begrensden rijden namelijk in een omgeving, waar anderen sneller kunnen. Met een snelheidsbegrenzer en rijsnelheid van 120km/u is alleen het rempedaal nog over voor voertuigcontrole. Soms is het nodig om gas te geven om aan een benauwde verkeerssituatie te ontsnappen. De verminderde voertuigcontrole dankzij de begrenzer heeft dan ook potentie om gevaarlijke situaties nog gevaarlijker te maken. Een begrenzer is dan ook niet vergelijkbaar met de cruise-control, die vrijwillig wordt ingesteld en uitgezet.

De snelheidsbegrenzer is een provincialistisch idee. Het dwingt de begrensden om zich aan Nederlandse wetten te houden in het buitenland. Dat betekent dat de snelheidsverschillen oplopen in landen die geen of een fors hogere limiet hebben dan Nederland, denk aan Duitsland, Italië en Oostenrijk. Een algemeen aanvaard verkeersfeitje is, dat niet zozeer hoge snelheden, maar hoge snelheidsverschillen de risico’s van verkeersveiligheid vormen. Eurlings wil “notoire snelheidsovertreders” straffen met een begrenzer. Maar het kan toch niet zo zijn dat Eurlings zijn eigen volk dwingt om gevaarlijke verkeerssituaties te creeëren in het buitenland? Als dat wel de bedoeling is, dan is het niet meer dan logisch dat het buitenland forse schadeclaims naar het Ministerie van V&W gaat sturen, wanneer de Nederlandse overheidsmaatregel de werkelijke oorzaak is van een verkeersongeval.

Eigenlijk is de snelheidsbegrenzer op 120km/u symboolpolitiek. De meeste verkeersdoden vallen binnen de bebouwde kom en op provinciale wegen, dus op wegen met veel lagere limieten dan 120. Bovendien wil Eurlings alleen mensen straffen die de wet overtreden en dus niet zozeer mensen die ongevallen veroorzaken. Dat de overheid verkeersveiligheid meet in het aantal kilometers per uur, wil nog niet zeggen dat deze virtuele fantasiewereld uit de ambtelijke bureacratische kerkers, ook maar iets te maken heeft met de werkelijkheid.

Ondanks kenteken-aansprakelijkheid is de rijbewijsbezitter nog steeds niet verplicht om in zijn eigen auto te rijden. De begrenzer is dus alleen effectief voor gestraften die in hun eigen auto stappen. Waarschijnlijk is de maatregel van Eurlings bedoeld als opstapje, om het later voor iedereen te verplichten, waar SWOV al jaren voor pleit.

Weliswaar bestaat er theoretisch onderzoek naar ISA (Intelligent Speed Adapter; de intelligente snelheidsbegrenzer), maar vooralsnog is nog niet aangetoond dat snelheidsbegrenzers minder kwaad doen dan goed.

De technologisering van de auto komt door de veronderstelling dat ieder verkeersslachtoffer is veroorzaakt door een menselijke fout. Via technologie wil men de menselijke factor uitschakelen.

Wat Eurlings voor het gemak even vergeet is dat iedere probleemloze autorit wordt veroorzaakt door menselijke goedhandeling. Twee en een halve dode per dag staan tegenover de dagelijkse miljoenen autoritten die gewoon goed gaan. Met snelheidsbegrenzers en andere technologiën elimineert men niet alleen de menselijke fouten, ook de goede kanten van de mens worden uitgeschakeld.

Een computer kan nog steeds niet foutloos een auto besturen op een echte snelweg, laat staan binnen de bebouwde kom. Het is dus veels te vroeg om het vertrouwen in de mensheid op te zeggen. Dat kun je beter doen als je de mens niet meer nodig hebt.

 
 
Bron: DrNomad Weblog
 
  24-4-2008  


|

FlitsKaart