Assen - Drenthe begint de aanhoudende stroom snelheidscontroles zat te worden. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek in opdracht van het bureau verkeershandhaving van het openbaar ministerie.



Toen het Drentse handhavingsproject Boetegeld=Sneu Geld in 1999 begon, kregen de controles nog bijval van goed 90 procent van autorijdend Drenthe. Nu, vier jaar later, heeft 30 procent van de snelweggebruikers het helemaal gehad met radarapparatuur en lasergun. Op 80 kilometerwegen gaat het om 27 procent en binnen de bebouwde kom is 21 procent het geflits van de politie zat.



"Zo langzamerhand heeft iedereen wel een keer een boete gekregen", zo verklaart woordvoerder Bert Visser de stijging. Visser ziet in de cijfers geen aanleiding het controlebeleid te veranderen. "Maar misschien moeten we nog meer aan voorlichting doen. Blijkbaar hebben we de boodschap onvoldoende overgebracht." Want volgens het onderzoek hebben de controles een duidelijke daling van de snelheid veroorzaakt. En daarmee een daling van het aantal ongelukken.



Uit het onderzoek blijkt ook dat het begrip voor de snelheidscontroles in Drenthe lager ligt dan het landelijke gemiddelde. Dat zou kunnen komen omdat Drenthe een van de eerste provincies was waar een project verkeershandhaving begon. De Drentse bevolking vindt overigens met een krappe meerderheid (51 procent) de snelheidslimiet van 120 kilometer per uur op snelwegen te laag. De grens van 100 op autowegen kan wat 37 procent betreft ook de prullenbak in en 18 procent wil in de bebouwde kom harder dan 50 kilometer in het uur rijden.