Flitsbeleid faalt aan alle kanten





 

Vandaag kwam het persbericht uit van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek). Wat blijkt daaruit? het flitsbeleid faalt aan alle kanten. Er is geen enkele vermindering van het aantal slachtoffers onder autobestuurders. Ook het aantal slachtoffers onder bromfietsers en snorfietsers is gestegen. De regel "bromfietser op de rijbaan" heeft dus blijkbaar niet z'n vruchten afgeworpen. Ook onder 65+ers is het aantal fietsslachtoffers gestegen. We zullen dit maar niet gooien op de "fietser van rechts heeft voorrang regel".


Het enige wat gedaald is, is het aantal verongelukte kinderen. Deze daling van 41 in 2001 naar de helft in 2002 (verschil is 20) is precies het aantal waarmee het aantal doden is gezakt van 1083 naar 1066 (verschil is 17!) Hieruit kan dus geconcludeerd worden dat het flitsbeleid voor geen enkele vermindering heeft gezorgd, immers daar waar kinderen spelen vinden geen controles plaats, zoals de 30 km/u zones in woonwijken of bij scholen.



Hieronder het artikel:



Lichte daling aantal verkeersdoden in 2002



In 2002 zijn 1 066 personen om het leven gekomen in het verkeer. Het aantal verkeersdoden is in vergelijking met 2001 gedaald met 2 procent. De grootste daling deed zich voor bij fietsers. Het aantal verkeersdoden bij motorrijders en brom- en snorfietsers is echter gestegen. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS en de Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) van Rijkswaterstaat.

Deze cijfers zijn gebaseerd op een combinatie van drie bronnen: doodsoorzakenformulieren, rechtbankdossiers en ongevalsrapporten.

Dalende trend houdt aan


In 2002 is het aantal verkeersdoden met 2 procent gedaald, van 1 083 in 2001 naar 1 066. De daling was minder groot dan in 2001, toen het aantal verkeersdoden met 7 procent daalde. Sinds de jaren zeventig is het aantal verkeersdoden met gemiddeld 3 procent per jaar gedaald. De daling in 2002 ligt dus iets onder het gemiddelde.



Vooral mannen en jongeren slachtoffer


Veel meer mannen dan vrouwen komen in het verkeer om het leven. Mannen zijn drie keer zo vaak slachtoffer als vrouwen. In de leeftijdsgroep 30-39 jaar zijn zelfs ruim zeven keer zoveel mannen als vrouwen het slachtoffer van een verkeersongeval.
Het aandeel van jongeren onder verkeersdoden is hoog. Ruim dertig procent van de verkeersdoden is tussen 15 en 30 jaar, terwijl deze leeftijdsgroep minder dan twintig procent van de bevolking uitmaakt. Onder jongeren vormen verkeersongevallen de belangrijkste doodsoorzaak. Een op de drie overledenen van 15-19 jaar is het slachtoffer van een verkeersongeval.
Onder kinderen tot 15 jaar is het aantal verkeersslachtoffers fors gedaald. In 2002 kwamen 41 kinderen om in het verkeer, in 1999 waren dat er nog twee keer zoveel.



Toename bij brom- en snorfietsers en motorrijders


Uit de gezamenlijke cijfers van het CBS en de AVV blijkt dat het aantal dodelijk verongelukte brom- en snorfietsers is gestegen van 78 in 2001 naar 106 in 2002. Hiermee ligt het aantal weer op het niveau van 2000. De stijging was vooral groot bij jongeren van 15-19 jaar en bij 80-plussers. Jongeren en ouderen vormen sowieso de voornaamste risicogroepen bij dit vervoersmiddel. Ook onder motorrijders is het aantal verkeersdoden toegenomen van 2001 op 2002.



Aantal verongelukte autobestuurders en passagiers constant
Net als voorgaande jaren was bijna de helft van de dodelijke verkeersslachtoffers bestuurder of passagier van een personenauto. <>< b="">In tegenstelling tot 2001 zijn er wel meer jongeren van 15-19 jaar en meer 80-plussers verongelukt als bestuurder of passagier.



Ruim 40 procent verongelukte fietsers is 65-plusser


Voor het eerst sinds lange tijd ligt het aantal verongelukte fietsers onder de 200. Het aantal dodelijk verongelukte fietsers is flink gedaald van 225 in 2001 naar 195 in 2002. Relatief veel slachtoffers vallen onder oudere fietsers. Van de overleden fietsers is ruim 40 procent 65 jaar of ouder, terwijl het aandeel van deze leeftijdsgroep in de bevolking minder dan 14 procent is. Een op de vijf verkeersslachtoffers is fietser.



Technische toelichting


Voor de vaststelling van het aantal dodelijke verkeersslachtoffers in Nederland zijn gegevens uit drie bronnen gecombineerd: gegevens uit de door de arts of lijkschouwer ingevulde doodsoorzaakformulieren, de rechtbankdossiers in geval van niet-natuurlijke dood, en de ongevalsrapporten die door de politie zijn opgemaakt. Door deze koppeling en integratie van gegevens wordt het risico van onvolledigheid in de individuele bestanden geminimaliseerd.


De resultaten van deze geïntegreerde berekening van het aantal verkeersdoden zijn beschikbaar vanaf het kalenderjaar 1996. Reeksen met cijfers uit oudere jaren zijn verkrijgbaar bij de Adviesdienst Verkeer en Vervoer. Deze tijdreeksen zijn uitsluitend gebaseerd op de ongevalsrapporten die door de politie zijn opgemaakt.


De in dit persbericht vermelde verkeersdoden zijn allen omgekomen als gevolg van een verkeersongeval in 2002 op Nederlands grondgebied.


Naast cijfers op nationaal niveau zijn bij het CBS ook provinciale en gemeentelijke cijfers beschikbaar.
Er verschijnt vandaag eveneens een persbericht van de AVV. In beide persberichten staan de gezamenlijke cijfers van het CBS en de AVV. In het persbericht van AVV wordt ook ingegaan op het beleid rondom de verkeersveiligheid.



bron: CBS

 
 
Bron: Flitsservice.nl
 
  28-4-2003  


|

FlitsKaart