Flitspaal mag geen doel zijn





 

Aan de borreltafel is de verkeersboete al jarenlang een geliefd onderwerp. Er wordt tegen elkaar opgeboden over de meest onredelijke bon.

Minster Opstelten heeft weliswaar de bonnenquota vorig jaar afgeschaft, maar daarmee is het gemor niet uitgebannen. Vreemd is dat niet, want nog steeds worden er jaarlijks zo’n 7,5 miljoen bekeuringen uitgedeeld. En door een slimme prijsverhoging komt de staatskas niets te kort: bijna een miljard euro per jaar.

Ik ben zelf een goede contribuant. Zo’n tien keer per jaar dwarrelt er een brief uit Leeuwarden op mijn deurmat. Vijf kilometer te snel in Zwolle, zeven kilometer bij Heerde, zes kilometer in Zutphen. Bij elkaar kost het me enige honderden euro’s per jaar. Ik betaal ze steeds gedwee. Want ik heb nu eenmaal de wet overtreden.

Ik ben ook fervent voorstander van verkeerscontroles. Bij onverantwoord rijgedrag breng je immers je medemens in gevaar. Het is goed dat de politie onverbiddelijk is bij alcoholmisbruik en veel te hard rijden. Neem de rijbewijzen van deze zuipschuiten en pseudo-Vetteltjes maar in. Maar de bekeuringsdrift van de politie heeft ook een keerzijde. Draagvlak voor de bonnenregen is er namelijk nauwelijks. Want, zoals collega Raymond Korse vandaag in de Spectrum schrijft, de bulk van de verkeersovertredingen betreft minimale snelheidsovertredingen. Met veiligheidsbevordering heeft dat zelden van doen. Wil je zonder bekeuring blijven dan kun je, zo weet ik na vele honderdduizenden kilometers asfalt, veel beter op je kilometerteller dan op het verkeer letten. Het lijkt daarmee toch verdacht veel op een verhaspeling van doel en middel. Controle zou een middel moeten zijn om de verkeersveiligheid (het doel) te bevorderen. Nu lijkt het middel een doel in zichzelf geworden. En lijken al die flitspalen verdacht veel op een jacht op het geld van de goedwillende automobilist.

 
 
Bron: deStentor
 
  19-11-2011  


|

FlitsKaart