Invoering van de Strafbeschikking: de inquisitie komt terug





 

Vierhonderd jaar nadat Nederland in de 80-jarige oorlog de inquisitie bevocht, wordt deze verfoeide methode van "rechtspleging" met stille trom weer binnengehaald. Een stukje geschiedenis waar wij in Nederland zo trots op zijn, wordt met de invoering van de Strafbeschikking bezoedeld. Immers, de vermaledijde inquisiteur was tegelijkertijd aanklager en rechter. Hij mocht zonder motivering in zijn niet aflatende “heksenjacht” straffen uitdelen. Gans het land heeft zich destijds tegen dat systeem verzet, met Willem van Oranje als lichtend voorbeeld. Nu wordt een vergelijkbare strafmethode opnieuw ingevoerd.

Per 1 februari 2008 is in het strafrechtsysteem in Nederland een belangrijke wijziging gekomen; de Strafbeschikking is per die datum van kracht geworden. Vanaf 1 februari heeft het OM ( Openbaar Ministerie, de Officier van Justitie) de bevoegdheid om zelfstandig straffen op te leggen. Nederland als rechtsstaat trilt op haar grondvesten. Niet eerder in de geschiedenis was het Openbaar Ministerie bevoegd om geheel zelfstandig, zonder tussenkomst van de rechter, een straf op te leggen. Overigens is het opleggen van een vrijheidsstraf nog steeds voorbehouden aan de rechter.

De grond voor de invoering is dat de politiek van mening is, dat de rechterlijke macht meer tijd en dus armslag moet krijgen om meer belangrijke zaken aan te pakken. Lees: het moet vooral goedkoper.

De minder belangrijke dan wel meer eenvoudige zaken, zoals winkeldiefstal, vernielingen, overlast in uitgaansgebieden, maar ook verkeerszaken zoals snelheidsovertredingen die buiten de Wet Mulder (kleine verkeersovertredingen) vallen, alcohol, onverzekerd rijden, enz. komen onder de werking van de wet te vallen. Deze wet heeft twee belangrijke doelen:

- vermindering van de druk op de rechterlijke macht en ontzien van de rechterlijke macht in gevallen waarvan het Openbaar Ministerie van mening is dat het bewijs voldoende is voor afdoening buiten de rechtbank om
- versnelling van de tenuitvoerlegging van de straffen

Vanaf 1 februari 2008 hebben alle Officieren van Justitie de bevoegdheid om voor de bovengenoemde strafbare feiten een Strafbeschikking uit te vaardigen. Anders dan een rechterlijk vonnis hoeft de Strafbeschikking niet gemotiveerd te zijn. De op te leggen straf of maatregel kan inhouden:

- een geldboete
- een taakstraf van maximaal 180 uur
- een ontzegging van de rijbevoegdheid
- maatregel of aanwijzing voor gedragsverandering
- schadevergoeding ten behoeve van het slachtoffer van een strafbaar feit

Vanaf 1 april 2008 krijgen ook opsporingsambtenaren (politie, douane, Marechaussee) de bevoegdheid een Strafbeschikking op te leggen. Voor deze groep geldt dat zij alleen een Strafbeschikking kunnen opleggen in de vorm van een geldboete.

Vanaf één jaar na invoering krijgen ook de bij maatregel van bestuur aangestelde opsporingsambtenaren, de zogenaamde BOA’s (Bijzondere Opsporingsambtenaren), de bevoegdheid een Strafbeschikking op te leggen. Bij deze laatste groep moeten we dus ook denken aan snelheidscontroleurs, parkeerwachten, ambtenaren aangesteld door de gemeente en belast met milieuzaken, boswachters, stadswachten, enz. Ook voor deze groep geldt dat ze alleen bevoegd zijn tot het opleggen van een geldboete. Let wel: de Strafbeschikking wordt niet getoetst door het OM! Ze kunnen dus gewoon aanklooien! Pas bij verzet wordt de zaak getoetst door de rechter.

In Nederland kennen we al een systeem dat de buitenrechterlijke afdoening van strafbare feiten beoogt. Het Openbaar Ministerie had al de bevoegdheid tot het aanbieden van een Transactievoorstel. Het Transactievoorstel is een schikkingsvoorstel van het Openbaar Ministerie; er wordt aangeboden een bepaald bedrag te betalen, waarmee strafvervolging, dus dagvaarding en een terechtzitting, wordt voorkomen.

Het niet betalen van het Transactievoorstel heeft tot gevolg dat de Officier de verdachte moet gaan dagvaarden en de zaak aan de rechter moet voorleggen. Dit neemt in het algemeen veel tijd in beslag en legt druk op de rechterlijke macht en het Openbaar Ministerie. Als we op de cijfers af moeten gaan, zien we dat in ongeveer 25% van de gevallen de zaak na het aanbieden van een Transactievoorstel alsnog voor de rechter gebracht moet worden om actief te kunnen vervolgen. En dat is niet efficiënt.

De Strafbeschikking werkt op een andere manier. De Strafbeschikking wordt opgelegd als een uitvoerbare straf. Is de verdachte het niet eens met de Strafbeschikking, dan staat het rechtsmiddel “verzet” open tegen de Strafbeschikking. Verzet wil dus zeggen dat men in verweer komt tegen de Strafbeschikking. Het OM gaat er dus vanuit dat u akkoord zal gaan en zo niet “dan horen we het wel”.

Het essentiële verschil met het Transactievoorstel is, dat het initiatief nu bij de verdachte komt te liggen. Als hij niet op tijd reageert (in verzet gaat), dan heeft hij een onherroepelijke straf aan zijn broek die gelijk staat met een veroordeling.

Belangrijk om te weten is dat de Strafbeschikking wordt uitgevaardigd en de uitreiking heeft plaats aan de persoon of door verzending per brief. In tegenstelling tot een rechterlijke beslissing hoeft de Strafbeschikking niet aan de verdachte te worden betekend, wat inhoudt dat het niet verplicht is dat er voor ontvangst getekend wordt. De wet houdt echter een achterdeurtje open als de verdachte verklaart niet met de Strafbeschikking bekend te zijn.

Artikel 257 Lid e
1. Tegen een Strafbeschikking kan de verdachte verzet doen binnen veertien dagen nadat het afschrift in persoon aan hem is uitgereikt, dan wel zich anderszins een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de Strafbeschikking hem bekend is.

Met andere woorden, had je het kunnen weten dan had je het ook moeten weten...

Verzet

Zoals al vermeld staat tegen de Strafbeschikking het rechtsmiddel “verzet” open.

Verzet tegen de Strafbeschikking betekent dat de zaak alsnog “in volle omvang” voor de rechter wordt gebracht. Wat dat betreft lijkt het weer op het oude systeem van het Transactievoorstel. Verzet kan gedaan worden door binnen twee weken ná uitreiking of toezending van de Strafbeschikking een verzetschrift te sturen naar de Officier van Justitie. Uitzondering daarop is de Strafbeschikking voor een geldboete van niet meer dan 340 euro m.b.t. een feit dat niet meer dan 4 maanden vóór toezending is gepleegd. Voor deze situatie geldt een verzetstermijn van 6 weken. De Strafbeschikking is meestal het gevolg van een beslissing van het Openbaar Ministerie, waarin het van mening is dat het bewijs tegen de verdachte voldoende is en de schuld vaststaat, om buiten rechterlijke tussenkomst en zonder enige motivering een straf op te leggen. Helaas is het tegenwoordig zo dat het OM niet echt zorgvuldig meer is. Het OM gaat er zondermeer vanuit dat wat een agent zegt ook waar is, zonder zelf het feitelijke bewijs te controleren. Het is dan ook van groot belang een gemotiveerd verzetschrift te sturen, waarin duidelijk de gronden voor verzet zijn vermeld. Op dit moment is niet duidelijk wat de praktijk zal zijn en of een niet-gemotiveerd verzetschrift zal leiden tot niet-ontvankelijk zijn van het verzet. Wij achten de kans toch redelijk dat dit kan gaan spelen, gezien de geschiedenis en de recente ontwikkelingen m.b.t. niet-gemotiveerde gronden voor bezwaar en beroep.

Belangrijk om te weten is dat de verzetstermijn fataal is! Na het verstrijken van de verzetstermijn is een eventueel verzet niet-ontvankelijk en is de Strafbeschikking onherroepelijk geworden! Het Openbaar Ministerie kan dus vanaf dat moment de Strafbeschikking ten uitvoer leggen! Er staat geen rechtsmiddel meer open tegen de Strafbeschikking! Houd daar dus rekening mee, veel mensen hebben al problemen met de 6 weken bezwaartermijn in Mulder zaken. Deze fatale termijn is dus nog 4 weken korter!

Wordt een Strafbeschikking per brief toegezonden en ben je net drie weken op vakantie in het buitenland, dan heb je dus pech. Door het verloop van de termijn vervalt de mogelijkheid tot verzet.

Ook als je vrijwillig akkoord gaat met de Strafbeschikking is deze onherroepelijk. Het staat gelijk met schuld bekennen. Er staat in dat geval géén rechtsmiddel meer open tegen de Strafbeschikking en je kunt je akkoord ook niet meer intrekken.

Verzet wordt ingesteld door het insturen van een verzetschrift. Dat kan de verdachte zelf doen, maar ook laten doen door zijn gevolmachtigd advocaat. Advocaten zijn duur en deze kosten komen wel voor rekening van de verdachte.

Na ontvangst van het verzet zal de Officier alle processtukken ter kennis brengen van de rechtbank. Verzet zal de werking van de Strafbeschikking schorsen, totdat de rechter een uitspraak heeft gedaan. Net zoals nu het geval is na het niet betalen van een Transactievoorstel, zul je dus worden gedagvaard (opgeroepen worden) om ter zitting te verschijnen. De rechter zal ter zitting eerst kijken of het verzet bevoegdelijk is gedaan en of zowel de verdachte als het Openbaar Ministerie ontvankelijk zijn. Daarna zal hij de zaak inhoudelijk behandelen. Ter zitting kan de Officier van Justitie geen hogere straf eisen dan hij in de Strafbeschikking heeft opgelegd. De rechter kan de Strafbeschikking vernietigen (vrijspraak), bevestigen of een andere straf of maatregel opleggen. Tegen de uitspraak van de rechter staat hoger beroep open, maar je moet bij het instellen van hoger beroep wel rekening houden met de Wet Stroomlijning Hoger Beroep, die een tijdje geleden ook in werking is getreden. Deze wet houdt in dat iemand vooraf gaat bekijken en bepalen of de aanvoerde gronden voor het hoger beroep wel relevant, steekhoudend en/of sterk genoeg zijn. Tref je de verkeerde, heb je gewoon pech en MAG je niet meer in hoger beroep.

Praktijk

Op dit moment zijn er nog geen praktijkervaringen bekend over de Strafbeschikking. In de praktijk zal het OM voor de meeste verkeersdelicten kiezen voor afdoening door middel van een Strafbeschikking en zal het Transactievoorstel vervallen.

Ontzegging van de rijbevoegdheid kan alleen worden opgelegd als de verdachte in persoon vooraf is gehoord. Hoe dat in de praktijk gaat werken bij een leaseauto, is op dit moment nog onduidelijk. Waarschijnlijk zal de Officier de kentekenhouder vóór het uitvaardigen van de Strafbeschikking in de gelegenheid stellen de naam en het volledige adres van de geregistreerde bestuurder bekend te maken. Echter, dit wil dus niet zeggen dat dit de werkelijke bestuurder is. Op basis van een flitsfoto is niemand te herkennen en kan de verdachte dus ontkennen de bestuurder te zijn geweest.

Er zijn nogal wat vraagtekens en opmerkingen bij de Strafbeschikking.

Strijdig met het EVRM

Het heeft er toch alle schijn van dat de Strafbeschikking niet voldoet aan de rechten van het individu zoals neergelegd in het Europees Verdrag voor Rechten van de Mens. Met name de vorm van strafoplegging lijkt strijdig met het EVRM. Ieder wordt voor onschuldig gehouden tot zijn schuld in rechte is komen vast te staan. In deze nieuwe wet kan de – niet onafhankelijke – Officier van justitie buiten rechte bepalen of iemand naar zijn mening schuldig is en een Strafbeschikking opleggen. De Strafbeschikking staat in gevolg wel gelijk aan veroordeling als bij een rechterlijk vonnis.
Te allen tijde moet je als verdachte het recht hebben je zaak door een onafhankelijke rechter te laten toetsen. Dat recht lijkt behoorlijk te worden ingeperkt nu slechts een verzetstermijn geldt van twee weken. Die inperking maakt dat het recht niet absoluut kan worden toegepast. Na twee weken waarin géén verzet is ingesteld, is de Strafbeschikking onherroepelijk geworden, waardoor er geen sprake meer is van absoluut recht. Er staat immers geen rechtsmiddel meer open tegen de Strafbeschikking.

Het Openbaar Ministerie verdedigt zich door te stellen dat een zaak altijd voor de rechter gebracht kan worden, indien tijdig verzet gedaan wordt. Met geen woord wordt er gesproken over de inperking van dat recht. Tijdig verzet is dus verzet binnen twee weken na toezending of uitreiking en dat is een zéér korte termijn!

Redelijke termijn

Bij invoering van de wet is de verjaringstermijn voor vervolging van overtredingen van twee naar drie jaar verhoogd.
De redelijke termijn waarbinnen volgens EVRM vervolging moet plaats hebben is door de overheid met 50% verlengd. Let op! De verzetstermijn voor een Strafbeschikking is slechts twee weken. Zo wordt er met rechten gespeeld.

Strafbeschikking op kenteken

Het Openbaar Ministerie en de politie hebben ook de bevoegdheid een Strafbeschikking op te leggen op kenteken. Dit lijkt wonderwel op dezelfde bevoegdheid zoals neergelegd in de Wet Mulder. Dit lijkt toch voor een aantal problemen te kunnen gaan zorgen. Als het gaat om een strafbaar feit begaan met een leaseauto, dan zal de Strafbeschikking net zoals een Mulderbeschikking – of zoals in het verleden een Transactievoorstel - verzonden worden aan de kentekenhouder, in dat geval de leasemaatschappij.

Bovendien wordt de kentekenaansprakelijkheid nu nog verder doorgetrokken. De Strafbeschikking wordt toegezonden aan de kentekenhouder die als verdachte wordt aangemerkt, aan wie de Strafbeschikking wordt uitgevaardigd en de straf (geldboete) wordt opgelegd. Hij kan dan alleen verzet instellen tegen een Strafbeschikking, indien hij de naam en het volledige adres van de bestuurder bekend maakt.

Trias politica

Het heeft er alle schijn van dat de positie van de Officier van Justitie, nu hij bevoegd is tot het opleggen van straffen, in het geding gaat komen. Van de Officier kan als aanklager, net zoals van een advocaat, onpartijdigheid worden verlangd. Die “onpartijdigheid” is natuurlijk ernstig in het geding als de Officier, als vertegenwoordiger van de uitvoerende macht, op de stoel gaat zitten van de onafhankelijk en onpartijdig geachte rechtsprekende macht. Die bevoegdheid wordt hem of haar toegekend door de wetgevende macht, waarmee de grondbeginselen van de rechtsstaat ernstig aangetast worden. Volgens de “Trias politica” worden de wetgevende macht, de rechtsprekende macht en de uitvoerende macht geacht onafhankelijk van elkaar te functioneren. Nu de wetgevende macht de uitvoerende macht de bevoegdheid geeft taken van de rechtsprekende macht uit te voeren, lijkt het einde van de rechtsstaat in Nederland aanstaande.

Goed dat er Flitsservice.nl is...

Flitsservice.nl zal de Strafbeschikking voorlopig volgen en zal, als er meer te melden is, dit via de website ook doen. De sectie “juridisch” zal zo snel mogelijk ge-update worden, zodat naast de M (Mulder), T (Transactie) en S (Strafrechtboete) ook deze Strafbeschikking een plaatsje gaat krijgen.

Op het forum zijn al enkele topics geopend over de Strafbeschikking. De meningen daarin zijn soms niet mals. De strekking ervan is duidelijk, al wil Flitsservice.nl voorop stellen dat niet alle meningen op het openbare forum per definitie de mening van Flitsservice.nl vertolken.

De vraag/onderwerp van de maand zal deze maand dan ook als thema de Strafbeschikking hebben. Meer info vind je in het topic op het Juridisch forum.

Voor nu volgt nog wat leesvoer:

Project OM-afdoening on tour.

De Wet tekst uit het Staatsblad.

Scriptie over de Wet OM-afdoening. Zeer boeiend.

Wat vindt een advocaat ervan?

Met dank aan:

-Martijn
-MofkaP
-Shooting Star
-Nachtkoerrier
-Het FS Juridisch Team

 
 
Bron: Flitsservice.nl
 
  2-9-2008  


|

FlitsKaart