Justitie vertekent beeld van misdaad





 

Duizenden strafzaken worden meteen geseponeerd



Door Bert Huisjes



Den Haag - Politie en justitie leggen steeds meer strafzaken terzijde, zonder deze sepots mee te tellen in de jaarcijfers. Het gaat jaarlijks om duizenden `stille sepots'.



Hierdoor lijkt justitie succesvoller dan ze is: in de officiële cijfers tekent zich een overdreven daling af van het aantal zaken waarin een verdachte niet wordt vervolgd. Het beleid is al jaren gericht op terugdringing van het van het aantal sepots. De top van het Openbaar Ministerie, het college van procureurs-generaal, bevestigt de toename van het aantal stille sepots. Ze ontstaan doordat strafzaken al bij de politie terzijde worden gelegd.



De verschuiving van zichtbare naar onzichtbare sepots blijkt uit een onderzoek van F. van Tulder, beleidsadviseur van het wetenschappelijk onderzoekscentrum van het ministerie van justitie. Hij noemt deze situatie `zorgelijk'. Zo eindigt in het arrondissement Amsterdam al de helft van alle aangeboden zaken met een stil sepot. Deze afgelegde zaken blijven buiten de politiecijfers, doordat de politie ze tot de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie rekent. De verdachten komen echter niet op het parket terecht, zodat het OM de zaken evenmin meetelt.



Volgens Van Tulder bleven tussen 1990 en 1999 in ongeveer 23.000 zaken verdachten buiten schot doordat hun zaak in stilte werd geseponeerd, bijvoorbeeld wegens `niet opportuun', `geen tijd' of `efficiency'. In deze periode daalde het aandeel van de zaken zonder vervolging officieel van 30 tot 11 procent: van 44.000 tot 26.000, aldus Van Tulder. ,,Een onjuist beeld, want de stille sepots zijn niet meegeteld. Er is wel een kleine daling, veel kleiner dan uit de cijfers blijkt.'' Hij publiceert zijn bevindingen in het Tijdschrift voor de Politie.



Bij de politie bepaalt `een medewerker van het Openbaar Ministerie' welke zaken worden geseponeerd. Formeel is dit een hulpofficier van justitie, maar in de praktijk gebeurt dit ook door agenten die daarvoor `tijdelijk de status van OM-medewerker krijgen'.



,,Dit is bij alle korpsen heel verschillend geregeld'', aldus Van Tulder. ,,Hierop bestaat geen enkel zicht. We moeten schatten hoeveel zaken er zo worden weggelegd. Hoe goed of slecht dit gebeurt en of agenten verschillende criteria hanteren, we weten het gewoon niet. Je kunt dus onmogelijk zien hoe ernstig de zaken zijn en er is geen controle op. Dat is een uiterst zorgelijke ontwikkeling.'



Volgens de onderzoeker behoort de registratie van alle sepots wel degelijk tot de verantwoordelijkheid van justitie, omdat zij eindverantwoordelijk is voor de opsporing. Justitie, waarschuwt hij, weet zonder registratie ook zelf niet meer hoeveel sepots er zijn en hoe het beleid precies is.



Woordvoerder De Lange van het college van procureurs-generaal kan geen oorzaak geven van het toegenomen aantal stille sepots. De gebrekkige registratie wil niet zeggen dat er geen controle op de sepots is, aldus De Lange. ,,De beslissing wordt door medewerkers van het Openbaar Ministerie genomen en dat is vrij te beslissen een zaak niet in behandeling te nemen.'' Volgens hem wordt bekeken hoe ook de `stille sepots' in de jaarcijfers kunnen komen.



Volgens de Raad van Hoofdcomissarisen is de registratie van de sepots niet de verantwoordelijkheid van de politie. ,,Dan kun je weer drie agenten achter een kaartenbak zetten.''


 
 
Bron: Ad.nl
 
  18-3-2002  


|

FlitsKaart