Kenniseconomie handel in onvrijheid?





 

Daar waar de kenniseconomie gestimuleerd wordt door de overheid is de kenniseconomie een handel in onvrijheid. Dit is niet zo vreemd, want het bepalen van de burger’s vrijheidsruimte is één van de overheidstaken.



De automobilist heeft te maken met twee soorten kennis, van waaruit allerlei ellendigheid op haar wordt afgevuurd, namelijk kennis van verkeersonveiligheid en kennis van milieu.



De “kennis” van milieu laat zich zien door het Kyoto akkoord dat koste wat kost nageleefd moet worden, alsof het een Europese Zalmnorm is. Dit terwijl de grootste vervuiler van de wereld, de USA, dit akkoord niet heeft erkend, dit terwijl de belangrijkste internationale milieuautoriteit IPCC steeds meer twijfels krijgt of het broeikaseffect bestaat, laat staan of het door mensen wordt veroorzaakt.



Daar zijn we mooi mee, want Kyoto is een prachtexcuus van de milieulobby om te vinden dat ieder plofje uitlaatgas er één teveel is. Zo moet Overschie herhaald worden en het goede milieunieuws is, dat binnenkort op de Utrechtsebaan (A12 Voorburg – den Haag) de snelheidslimiet óók naar 80km/u verlaagd zal gaan worden. Gemeentes in de regio van de residentie vinden daarbij ook nog dat de limiet ook verlaagd moet worden op de A13 (naar 80km/u), alsook het stuk A4 tussen Delft en Leidschendam. Kyoto komen we ook tegen bij de plannen op redelijk hoog niveau, waarbij men de wens heeft om de limiet van de gehele A9 (Alkmaar – Amsterdam) te verlagen naar 80km/u. Dit is nog maar een losse greep uit de goede milieuvoornemens.



Kyoto ontleent zijn bestaansrecht uit het geloof van mensen dat het broeikaseffect bestaat én dat het door mensen wordt veroorzaakt. Ander onderzoek toont dat het in de Middeleeuwen in deze regio van Europa veel warmer was dan nu. De temperatuur is binnen 150 jaar drastisch gezakt waardoor de wijnindustrie in het zuiden van Engeland failliet is gegaan. Aanwijzingen hiervoor worden gevonden in bodemonderzoek en onderzoek van het plantenleven dat uit die tijd afkomstig is.



Maar, Kyoto is er en moet er zijn. De Kyoto norm is de doelstelling en wij moeten die doelstelling uiteraard halen, ook door flitsboetes, want de snelheid moet immers omlaag.



Gevolg is, dat er een Kyoto industrie ontstaat waar ook gewoon miljarden Euro’s in verdiend wordt. Hieruit vloeit een stuk technische kennis voort dat wij kunnen verkopen aan het buitenland. Houdt het sprookje in stand, ofwel, overdrijf minimaal het milieuprobleem en wij zitten gebakken voor een fantastisch renderend exportproduct aan de nieuwe economieën van China en India in de zeer nabije toekomst.



Niet alleen Kyoto is een stukje van de kenniseconomie dat naderhand als handel in onvrijheid kan worden afgezet naar het buitenland, nee, wij hebben op twee landen na de meest verkeersveilige wegen en daar weten we ook wel iets over te zeggen.



De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid heeft met partners een relatie weten aan te tonen tussen snelheid en verkeersonveiligheid. Wij betwisten die relatie zeer ernstig en vinden dat die onderzoeken het papier niet waard zijn. Het draait er alleen om dat de mensen het sprookje geloven en jawel, ook hier hebben wij een exportproduct van de kenniseconomie. SWOV verkoopt inmiddels haar kennis aan andere landen over de hele wereld tegen heel harde Euro’s. Ook hier geldt, dat het succes van deze industrie, is gelegen in hoeverre mensen in het sprookje geloven, ofwel de overdrijving van een bepaald risico aannemelijk vinden.



In Nederland gelooft bijvoorbeeld Koos Spee zo ongelooflijk in het sprookje, dat hij voor duizenden Euro’s apparatuur aanschaft om de inmiddels illegale radar detectoren op te sporen.



Niet alleen de snelheidgecentreerde houding van SWOV is verkoopbaar, nee, ook de manier om het te handhaven is verkoopbaar. In de toekomst zal de Haarlemse flitspaal van Gatso een groter Nederlands exportproduct zijn dan XTC.



Voor zowel milieukennis als verkeersveiligheidkennis geldt hetzelfde. Hoe meer de burger in zijn vrijheden wordt ingeperkt, hoe meer handel dit creëert, handel die interessant is voor het buitenland. Er is dus geen sprake van marktwerking, maar handel die wordt aangedreven door overheidsinterventies, via het invoeren van nieuwe wetten of de handhaving van bestaande wetten te verscherpen. Handel in onvrijheid dus.



Er zijn mensen die menen dat de overheid niet de bron mag zijn voor het geluk van mensen, maar wel de voorwaarden moet scheppen om mensen hun eigen geluk te kunnen maken.



In de huidige situatie hebben wij een overheid waarvan een steeds groter wordende groep niets hoeft te verwachten dan ellende. In de tegenwoordige tijd, maar ook in de toekomstige kenniseconomie krijgt de overheid een obstakelfunctie waarbij zij oppositie voert tegen haar burgers. Hiermee handelt de overheid juist op een manier die het geluk van de burger eerder bedreigt.



Het flitsbeleid is hier een voorbeeld van. Dit beleid is een ergernismaker en de ultieme killer van een veiligheidscultuur!



Om een eenvoudig voorbeeld te geven. Met het flitsen maakt de overheid de automobilist via tucht en discipline juist laks en onachtzaam. Mensen letten meer op hun snelheid en steeds minder op de rest van het verkeer. Deze vorm van risicocompensatie groeit langzaam en wordt een steeds groter probleem. We zagen het al aan de slachtoffercijfers van 2003, mensen worden vaker geflitst, de rijsnelheid is gemiddeld omlaag gegaan en desondanks is het aantal verkeersdoden gestegen. De ombuiging van deze langzame trend had men in 2001 al kunnen vermoeden!



Sprookjes dus, maar het verkoopt. De handel in onvrijheid lijkt onze toekomst te zijn. Onvrijheid is goed en of het daadwerkelijk een probleem oplost staat in geen belang tegenover de harde Euro’s die wij in binnen en buitenland met onze kenniseconomie kunnen binnenhalen!



Met de overheid die kenniseconomie stimuleert, is onvrijheid dus een export product geworden! Dat zou je niet verwachten van de “vrije wereld” nietwaar?

 
 
Bron: Flitsservice
 
  26-5-2004  


|

FlitsKaart