Met het verkeer gaat het iets beter





 

Dinsdag 18 maart 2003 - BREDA - Levensmoe? Pak de noordelijke rondweg. Spelen met het leven? Pak de afslag naar Terheijden. Wie de Ongevallenrapportage 1999-2001 van de gemeente Breda doorbladert, zal snel het beklemmende gevoel krijgen dat Breda-Noord één grote kluwen van black spots is. Van de veertien gevaarlijkste kruispunten in Breda bevinden zich er tenslotte negen in dit deel van de stad.



Foto: Niels van Rooij - Fotopersbureau RegioMedia




Het is niet niks, 4041 ongelukken in een jaar tijd in Breda alleen. Zeker niet in de wetenschap dat er bovendien zeven doden vielen en 134 mensen min of meer zwaargewond naar het ziekenhuis moesten. En dan zijn de 323 mensen die met krassen en bulten door de huisarts naar huis zijn gestuurd nog buiten beschouwing gelaten.
Toch gaat het in verhouding niet slecht met het Bredase verkeer. Het aantal verkeersongevallen neemt volgens de cijfers namelijk gestaag af. Vergeleken met 1998, een 'topjaar' met 4349 ongelukken, komt 2001 (het jaar van de laatste telling) er redelijk van af: 'slechts' 4041 ongelukken. Het lijkt erop dat die positieve trend zich voortzet.
Uit de cijfers in het rapport blijkt dat auto's bij negentig procent van de ongevallen betrokken zijn. De rest bestaat uit 'langzaam verkeer', zoals bromfietsers, fietsers en voetgangers.

 

 

 

 


Voetgangers



In schril contrast daarmee staat dat de 37,5 procent van de gewonden valt in het 'langzaam verkeer'. Een op de drie bromfietsers die bij een ongeluk is betrokken, raakt gewond, terwijl fietsers in de helft van de gevallen niet zonder kleerscheuren van een ongeval wegkomen. Voetgangers hebben het 't slechtst: drie op de vier lopen bij een ongeval letsel op.
Wie betrokken raakt bij een aanrijding kan er in ruim eenderde van de gevallen vanuit gaan dat de oorzaak ligt in het feit dat een van de betrokkenen geen voorrang heeft verleend aan een van zijn medeweggebruikers. Andere ongevalsoorzaken zijn: onvoldoende afstand bewaren, de macht over het stuur verliezen, het roodlicht negeren, op de verkeerde rijbaan rijden en de bocht fout nemen.



Doorrijders



Opvallend is dat meer dan een kwart van de betrokkenen na een ongeluk doorrijdt. In de loop van de jaren is het aantal 'doorrijders' in Breda alleen maar toegenomen.
De getallen in de Ongevallenrapportage worden door het gemeentebestuur gebruikt voor het maken van nieuw beleid, het zogenaamde 'Werkplan Verkeersveiligheid 2003'.
Nieuw beleid wil niet zeggen dat meteen alle kruispunten die in de 'topveertien' van gevaarlijkste kruisingen voorkomen ook meteen op de schop gaan. Als er écht problemen zijn, dan wordt er ruimte gemaakt in de zogenoemde Kadernota, de begroting met prioriteiten die de gemeenteraad elk voorjaar maakt
Maar er zijn ook black spots waar gewacht wordt met verbeteringen. Dat gebeurt bijvoorbeeld op plaatsen waar weliswaar regelmatig blikschade valt te betreuren, maar waar het persoonlijk letsel te verwaarlozen is. Parkeerterreinen van ziekenhuizen zijn goede voorbeelden van plaatsen waar een overvloed aan blikschade wordt gemeld, maar waar eigenlijk nooit iemand meer dan een piepklein schrammetje oploopt. Aanpassingen zijn er dan ook zelden te melden.



Prioriteiten



Het goede nieuws van de dalende ongevallencijfers ten spijt is Pieter Brosens van de Fietsersbond niet helemaal te spreken over de prioriteiten die de gemeente Breda stelt aan de hand van de ongevallenrapportage. "De reconstructie van het fietspad langs de Claudius Prinsenlaan is op zich prima, maar ik zou zelf andere speerpunten van beleid kiezen, zoals het veiliger maken van de Generaal Mazcekstraat of de Ginnekenweg", zegt Brosens.
Ondanks de discussie over de prioriteiten is Brosens blij dat het aantal ongelukken langzaam maar zeker kleiner wordt. "Dat is geen toeval, maar een kwestie van regelgeving", zegt Brosens. Als voorbeeld noemt hij de verplichting van brommers om op de weg te rijden in plaats van op het fietspad en de invoering van de dodehoekspiegel. "Dat zijn stuk voor stuk maatregelen die hun vruchten afwerpen", constateert Brosens.



Riskant traject



Voorzitter Mario van Hilst van de Bredase afdeling van verkeersorganisatie 3VO weet dat de ongevallenstatistieken er intussen toe hebben geleid dat er meer camera's en extra politietoezicht komen op de noordelijke rondweg, volgens de statistieken ongeveer het riskantste traject van de stad.
"Een aantal kruisingen is al aangepast. Zo kwamen er vroeger vaak kop-staartbotsingen voor doordat remmende automobilisten doorschoten bij de vele verkeerslichten. Bij de reconstructie van de kruispunten is daarom een stroever soort asfalt gebruikt, zodat auto's minder snel gaan slippen. Je ziet het resultaat: minder kop-staartbotsingen", weet Van Hilst.
De 3VO-voorzitter gelooft niet dat het noordelijk deel overdreven zwaar getroffen wordt door verkeersleed. Van Hilst: "Ook al lijkt het er wel op, je moet uit de cijfers niet opmaken dat er in het zuiden minder kans is op ongelukken. Maar het is wel zo dat de wijken in het noordelijk deel van de stad gebouwd zijn in een tijd dat er meer rekening gehouden werd met de belangen van de automobilist. Het zijn soms ware racebanen. Dat is wel wat anders dan de kruip-door-sluip-door-weggetjes van het Ginneken."



Utopie



Al met al is Van Hilst blij dat de cijfers aangeven dat het minder slecht gaat met het verkeer in Breda. Maar er zullen altijd ongevallen gebeuren, met alle individuele ellende die erbij hoort. Verkeer blijft tenslotte mensenwerk.
"Tja, het is nu eenmaal zo dat verkeersdeelnemers moeten reageren op wat ze om zich heen zien. En er zullen altijd mensen zijn die te laat reageren", zegt Van Hilst. "Om die reden zal een stad zonder ongelukken, hoe jammer het ook is, een utopie blijven."

 

 

 

 

 
 
Bron: BN De Stem
 
  19-3-2003  


|

FlitsKaart