Paniekvoetbal rondom fijnstof





 

Donderdag 22 juni wordt er in de 2e kamer weer gesproken met Staatssecretaris van Geel van Milieu over het Europese beleid inzake de uitstoot van fijnstof door auto’s. In de aanloop naar deze datum worden door allerlei milieuclubjes persberichten uitgestuurd om de stand van zaken nog dramatischer te doen laten lijken om daarmee de subsidiestroom voor de komende jaren weer veilig te stellen.



Zo is er maandag in het AD te lezen dat er door fijnstof ongeveer 20000 doden vallen. Na de eerdere 5000, 8000, 10000, 15000 en 18000 doden lijkt dit het nieuwe getal te gaan worden waarmee de Nederlandse bevolking angst aangejaagd moet gaan worden en de subsidiestroom veilig gesteld moet gaan worden. Deze getallen zijn overigens gebaseerd op dubieuze statistische aannames. Er is nog nooit bij een overledene vastgesteld dat deze is overleden door te hoge concentraties fijnstof. Vooralsnog dienen deze cijfers er alleen maar toe om het probleem een bepaalde dreiging te geven.



Uitgaande van 55000 inwoners die in gebieden wonen waar de fijnstofnorm overschreden wordt (maar dat getal kan natuurlijk ook gemakkelijk opgehoogd worden), betekenen die 20000 doden overigens alleen maar dat het probleem sneller wordt opgelost. Aangezien dat niet wenselijk zou zijn (geen probleem = geen subsidie) zal dat getal van 55000 mensen waarschijnlijk ook nog wel worden opgehoogd de komende tijd.



Let wel, 85% van de hoeveelheid fijnstof in de Nederlandse lucht is natuurlijk van aard (opwaaiend zand, zeezout) of komt overwaaien vanuit het buitenland. 15% van de fijnstof in Nederland heeft als bron de industrie of allerlei vormen van vervoer. Het autoverkeer (daar waarop de milieuclubjes haar pijlen vooral richt) vormt daar slechts een klein onderdeel van.



Een van de zichtbare maatregelen die de afgelopen jaren zijn getroffen zijn de trajectcontroles voor automobilisten. Deze moeten tegemoet komen aan de anti-auto sentimenten die er onder de milieuclubjes leven en zouden dé oplossing zijn voor het fijnstof probleem. Als die theorie zou kloppen (de percentages vermindering veranderen overigens ook continue) dan is het probleem dus minder geworden en dus hoeft er niet nog eens extra geld naar allerlei milieuclubs geschoven worden.



Feit is dat de lucht zoals die vandaag de dag in Nederland is, over de afgelopen 50 jaar nog nooit zo schoon is geweest. In plaats van meer subsidie voor milieu gerelateerde zaken, zou de subsidie juist verminderd moeten worden. Al die clubjes komen immers dichter bij hun doelstellingen (een schoon milieu). Dat daardoor elke keer weer nieuwe issues verzonnen zullen gaan worden is niet zo erg. Het kan geen kwaad om zaken die we kunnen verbeteren te verbeteren, zolang dat maar op basis van heldere criteria gebeurd met duidelijke afbouwplannen zodra men dichter bij de doelstellingen komt. Het lijkt er nu op dat men op basis van een reeds riante subsidiestroom, deze subsidiestroom groter wil maken om daarmee de eigenbelangen van de milieubewegingen veilig te stellen. Hopelijk is men in Den Haag alert genoeg om hier niet nog een keer in te trappen.

 
 
Bron: Flitsservice.nl
 
  20-6-2006  


|

FlitsKaart