Politie hoeft geen aantal boetes meer te halen





 

DEN HAAG - De politie hoeft in 2007 geen van tevoren vastgelegd aantal processen-verbaal meer uit te schrijven. De quota over deze boetes uit de huidige prestatie-afspraken komen niet meer in de nieuwe convenanten. Het gaat daarbij om boetes na staandehoudingen en niet om 'flitsboetes' in het verkeer.



De ministers Johan Remkes (Binnenlandse Zaken) en Piet Hein Donner (Justitie) hebben dat donderdag gezegd. Zij ondertekenden een onderhandelaarsakkoord over de nieuwe convenanten, die gelden voor 2007 met een mogelijke verlenging naar 2008. De oude prestatiecontracten golden van januari 2003 tot eind 2006.



Dat er geen afspraken over boetes na staandehoudingen meer worden gemaakt, is volgens Remkes te danken aan het succes van de oude afspraken. Daarin stond dat de politiekorpsen 180.000 processen-verbaal moesten uitschrijven na overtredingen. Het werden er uiteindelijk 680.000, ruim 3,5 keer zoveel. Nieuwe afspraken daarover zijn daarom niet nodig, aldus de ministers.



Dat heeft volgens Remkes niets met de kritiek te maken die steeds op deze quota is gekomen vanuit de maatschappij, de politie en de politiek. Hij benadrukte dat dit niet betekent dat handhaving een ondergeschoven kindje wordt. „We houden vast aan een strenge handhaving.” De quota hebben volgens Remkes al geleid tot een gedragsverandering bij de politie.



Ook wees hij erop dat uit onderzoek is gebleken dat de eerste generatie prestatiecontracten geen negatieve bijeffecten heeft gehad. „Maar we blijven toewerken naar steeds slimmere sturingsinstrumenten voor de politie.”



In de nieuwe convenanten is de aandacht meer verschoven van kwantiteit naar kwaliteit, een wens van de Tweede Kamer. Zo zijn er afspraken over overlast en geweld, de kwaliteit van de opsporing, de dienstverlening en de kwaliteit van het politiepersoneel. Ook zullen vormen van zware en georganiseerde criminaliteit in kaart worden gebracht. Een aantal afspraken vloeit voort uit de aanbevelingen van de commissie-Posthumus over de verbetering van de opsporing en vervolging.



De korpsen kunnen voor een aantal meetbare afspraken extra worden beloond als zij die halen. Het gaat om resultaatafspraken, zoals 40.000 extra zaken die de politie aan het Openbaar Ministerie aanbiedt, de doorlooptijden van veelplegers, beschikbaarheid en telefonische bereikbaarheid van de poitie.



Het nu getekende onderhandelaarsakkoord wordt met een positief advies van de korpsbeheerders voorgelegd aan de regionale colleges. De afspraken komen daarna in een landelijk kader, waarna die regionaal kunnen worden ingevuld.

 
 
Bron: De Telegraaf
 
  7-7-2006  


|

FlitsKaart