"Bon van de baan"





 

Leiden,



Jan de Wilde strijdt al ruim twee jaar tegen justitie omdat hij een dubbele bekeuring kreeg opgelegd voor een serie verkeersovertredingen die hij nooit beging. Op 8 oktober 1999 zou hij met zijn Rover op een busbaan in Leiden hebben gereden, waarbij hij ook nog eens een rood verkeerslicht zou hebben genegeerd.



Maar de surveillerende politieagent die het kenteken van De Wildes auto noteerde, maakte daarbij óf een schrijffout óf de nummerplaten van de auto waren vervalst. Want, zo kwam later omstotelijk vast te staan, de directeur van reclamebureau Advertising Workshop was op het moment van het vergrijp niet in Leiden, maar zat elders in het land een vergadering voor. "Ik heb dat na twee zittingen voor de kantonrechter ook spijkerhard kunnen bewijzen”, zegt de 56-jarige De Wilde. "Drie verklaringen onder ede van klanten waar ik op die 8ste oktober was en van het personeel van mijn bedrijf overtuigden de rechter uiteindelijk. Maar ik heb er wel een lijdensweg voor moeten afleggen.” Zo werd tijdens de eerste zitting, 7 mei vorig jaar, het door De Wilde ingevoerde bewijs dat hij de dader niet kon zijn, door de officier van justitie nog als “filterdun” van tafel geveegd. De rechter suggereerde zelfs dat Jan de Wilde getuigen had opgevoerd die op zijn hand waren. Pas tijdens een tweede zitting, op 16 juni, toen nog meer getuigenverklaringen werden ingebracht, ging de rechtbank overstag en oordeelde dat een andere automobilist de overtredingen moest hebben begaan. De boete van 420 gulden die De Wilde als zekerheidsstelling had moeten betalen voor hij mocht procederen, werd op zijn rekening teruggestort.

Rente

"Maar hiermee is de kous nog lang niet af”, zegt de verongelijkte reclameman. "Ik wil rente over dat geld hebben. Bovendien heb ik recht op een onkostenvergoeding omdat ik twee dagen lang niet heb kunnen werken, ik moest me immers voor de rechter verantwoorden. Ik woon in West-Drenthe, dan ben je uren onderweg om op tijd aanwezig te zijn in de Leidse rechtbank. Dus heb ik die 420 gulden opnieuw naar het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) gegireerd, in afwachting van de financiële genoegdoening. Ik vraag niet veel, het is tientjeswerk, maar ik wil gewoon hebben wat mij toekomt. Al moet ik er een kort geding voor aanspannen.” De overtredingen die op 8 oktober 1999 werden begaan, werden geconstateerd door een agent die naast de busbaan in een file stond. "Ik geloof dat die man te goeder trouw is”, zegt De Wilde, "maar vermoed dat hij het kenteken van de échte wegpiraat niet goed heeft opgeschreven. Ook kan het dat mijn platen vervalst zijn, ondanks de invoering van de zogenaamde beveiligde kentekens gebeurt dat nog steeds. Nu is het een principezaak geworden, mij zal recht worden gedaan!” En dus knokt De Wilde verder. "Ieder ander mens was al lang afgehaakt”, meent hij. "Ze doen er alles aan je te ontmoedigen, je monddood te maken. Brieven blijven onbeantwoord, op zittingen word je geconfronteerd met een dossier waaruit verklaringen ontbreken. Het gaat maar door. Zelfs nadat ik op 16 juni vorig jaar door de rechtbank in het gelijk werd gesteld, kon er geen excuus af. Alleen al om die reden wil ik rente over die 420 gulden en een vergoeding voor de verloren uren en gereden kilometers.”

De afgelopen jaren werden vele duizenden Nederlanders bekeurd voor overtredingen die zij nooit begingen, omdat hun kentekenplaten waren gestolen of vervalst. De Wilde vermoedt dat ook veel automobilisten de dupe zijn van verkeerde constateringen van agenten op straat. "Want dat zijn ook maar mensen die soms fouten maken”, zegt hij. "Ik ben ervan overtuigd dat de meeste Nederlanders, ondanks dat ze twijfelen of ze een overtreding ook daadwerkelijk hebben begaan, de acceptgiro van het CJIB maar betalen. Om maar van alle gezeur en gedoe af te zijn. Aan die ongelijkheid wil ik met mijn kruistocht een einde maken”


Onderschrift bij foto, waar de heer de Wilde naast zijn Rover 25 staan met enkele brieven in zijn hand: "Jan de Wilde is nog steeds niet helemaal klaar met het openbaar ministerie. "Als je tegenover de Nederlandse justitie je gelijk wil halen en je bent toevallig geen drugskoerier of crimineel, dan moet je een lange adem hebben.”

 
 
Bron: de Telegraaf
 
  16-1-2002  


|

FlitsKaart