De recherche heeft onvoldoende capaciteit om soms zeer ernstige zaken te onderzoeken. Duizenden zaken belanden wegens gebrek aan mankracht op de plank, ook als er sterke aanwijzingen in de richting van een dader of dadergroepen zijn.

Dat zei Jan-Willem van de Pol van de Nederlandse Politiebond (NPB) maandag in het tv-programma Netwerk.

De Utrechtse korpschef Stoffel Heijsman bevestigde de uitlatingen van Van de Pol. Politiemensen zelf vinden het vreselijk dat dit zo is, aldus Heijsman.

De korpschef, die sprak als woordvoerder van de Raad van Hoofdcommissarissen, vreest dat de voorgenomen bezuinigingen de situatie er niet beter op zullen maken en dat de recherchecapaciteit geringer zal worden.

Druk

’’De druk op de opsporing wordt zo groot dat we in redelijkheid niet meer aan de vraag kunnen voldoen’’, aldus Heijsman in Netwerk. Maandag garandeerde minister Guusje ter Horst (Binnenlandse Zaken) nog dat de bezuinigingen niet tot minder rechercheurs zullen leiden.

In Netwerk spraken diverse Kamerleden hun ontzetting uit over de onderbezetting bij de recherche en de gevolgen daarvan. Zij noemden de situatie zorgelijk, schokkend en onverantwoord.

Verkrachting

NPB-voorman Van de Pol zei dat de politie onder meer zaken als verkrachting en overvallen moet laten liggen. Ex-rechercheur Rémon Verkerk zei dat de vele reorganisaties bij de politie demotiverend werken. "Je had het gevoel dat je zandkastelen aan het bouwen was’’, aldus Verkerk.

Volgens rechtspsycholoog Peter van Koppen kampt de Nederlandse recherche ook met een ’’kwaliteitsprobleem’’, waardoor er missers worden gemaakt in grote onderzoeken.

Hij hekelde het feit dat in Nederland op zaken waarin het bewijs moeilijk ligt niet ’’de meest briljante rechercheurs’’ worden gezet en op minder moeilijke ’’de minder briljante’’.