Tekst radardetector verbod achterhaald





 

Via het ministerie van Verkeer en Waterstaat hebben wij de voorlopige tekst weten te achterhalen van het komende radardetectorverbod. Dit verbod stelt in de toelichting wederom dat het willen weten waar er zich een controle bevind geen publiekelijke informatie zou zijn. Dat dit geheel onjuist is, bewijzen de bezoekersaantallen van deze site. Ook informatiebronnen zoals de RDS van Skyradio met Flitsservice meldingen bewijzen dat er een behoefte is aan deze informatie.
Dit verbod is zonder meer onderuit te halen wegens het recht op vrije informatievergaring. Dat het misschien onwenselijk is en moreel verwerpelijk voor de moraalridders in Nederland is dan jammer. Informatie is informatie.



Hieronder de voorlopige tekst:




Besluit van
houdende wijziging van het Voertuigreglement tot opneming van een verbod voor radarontvangstapparaten.



Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van ? , nr. HDJZ/AWW/2003-?, Hoofddirectie Juridische Zaken;



Gelet op artikel 34, eerste lid, en artikel 71 van de Wegenverkeerswet 1994;


De Raad van State gehoord (advies van ? , nr. ? );
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van ? , nr. HDJZ/AWW/2003- ?, Hoofddirectie Juridische Zaken;




Hebben goedgevonden en verstaan:



ARTIKEL I




Het Voertuigreglement wordt als volgt gewijzigd:




A




Na artikel 1a.5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:




Artikel 1a.6




1. Het is verboden om radarontvangstapparaten die geschikt zijn om de aanwezigheid aan te tonen van een apparaat dat tot doel heeft om een overschrijding van de maximumsnelheid vast te stellen, in te voeren, te koop aan te bieden, in voorraad te hebben of af te leveren.



2. Het eerste lid geldt niet voor de apparaten die in Nederland worden ingevoerd en waarvan door middel van handelsbescheiden wordt aangetoond dat de apparaten aansluitend worden uitgevoerd naar een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen.




B




Na artikel 5.1.5 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:




Artikel 5.1.6




Het is de bestuurder van een motorrijtuig verboden daarmee te rijden en de eigenaar of houder verboden daarmee te laten rijden, indien in of aan het motorrijtuig een radarontvangstapparaat aanwezig is, dat geschikt is om de aanwezigheid aan te tonen van een apparaat dat tot doel heeft om een overschrijding van de maximumsnelheid vast te stellen.




C




Artikel 8.1 komt te luiden:




Overtreding van de artikelen 5.1.1, eerste en tweede lid, 5.1.2, 5.1.3, 5.1.4 en 5.1.6 is een strafbaar feit.





ARTIKEL II




Dit besluit treedt in werking met ingang van [?].




Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.














DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,







NOTA VAN TOELICHTING




Inleiding



Dit besluit strekt ertoe om radarontvangstapparaten te verbieden die geschikt zijn om de bestuurder te waarschuwen dat er een meting van de snelheid plaatsvindt. Het uitvoeren van snelheidscontroles vormt een essentieel onderdeel van de inspanningen van de overheid om de bestuurders van motorrijtuigen ertoe te brengen de geldende snelheidslimieten na te leven. Het overtreden van de snelheidslimieten leidt tot meer verkeersslachtoffers. De toepassing van de apparaten waarop dit verbod zich richt zorgt voor een verminderde effectiviteit van deze controles, en vormt aldus een gevaar voor de verkeersveiligheid.




De radarontvangstapparaten die geschikt zijn om de bestuurder te waarschuwen dat er een meting van de snelheid plaatsvindt worden in het spraakgebruik ook wel aangeduid als radarverklikkers.




Radarverklikkers



Snelheidscontrole met radars werkt via het projecteren van bepaalde elektromagnetische golven op voertuigen. Zo'n straal wordt door voertuigen, die zich binnen een bepaalde afstand van de radar bevinden, gereflecteerd en geretourneerd naar de radar. Het gereflecteerde signaal wordt vervolgens omgezet in een frequentie waarvan de hoogte proportioneel samenhangt met de snelheid van het voertuig. De radar bepaalt de snelheid aan de hand van het verschil in frequentie tussen het gereflecteerde en het originele signaal. Een radarverklikker in een voertuig registreert deze uitgezonden en gereflecteerde signalen en geeft vervolgens een waarschuwingssignaal.




Strekking van het verbod



Met dit besluit wordt niet alleen het aanwezig hebben van radarverklikkers in of aan een rijdend motorrijtuig verboden, maar ook het invoeren, te koop aanbieden, in voorraad hebben en afleveren van de apparaten. Juist door mede de handel te verbieden en hierop effectief te handhaven, wordt het probleem structureel aangepakt.




Onder ?invoeren? wordt het binnenbrengen op Nederlands grondgebied verstaan. De doorvoer van de apparaten naar een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen is wel toegestaan, mits de doorvoer direct aansluitend is op de invoer en de belanghebbende dit via handelsbescheiden kan aantonen. Onder handelsbescheiden worden aankooporders, facturen en dergelijke verstaan.




Grondslag van het verbod



Het verbod tot het invoeren, te koop aanbieden, in voorraad hebben en afleveren van de apparaten, zoals geregeld in artikel 1a.6 van het Voertuigreglement, heeft als grondslag artikel 34 van de Wegenverkeerswet 1994. De grondslag voor het verbod om de apparaten aanwezig te hebben in of aan een rijdend motorrijtuig, zoals geregeld in artikel 5.1.6 van het Voertuigreglement, is gelegen in artikel 71 van de Wegenverkeerswet 1994.




Verenigbaarheid van het verbod met het supranationale recht
Zoals hierboven al is uiteengezet vormt het uitvoeren van snelheidscontroles een essentieel onderdeel van de inspanningen van de overheid om de bestuurders van motorrijtuigen ertoe te brengen de geldende snelheidslimieten na te leven. Omdat het overtreden van de snelheidslimieten tot meer verkeersslachtoffers leidt en de toepassing van radarverklikkers voor een verminderde effectiviteit van deze controles zorgt, is een verbod voor deze apparaten noodzakelijk uit het oogpunt van de verkeersveiligheid. Vanuit dat oogpunt kan, opdat het verbod verenigbaar is met het communautaire recht, een beroep worden gedaan op de rechtvaardigingsgronden openbare orde en openbare veiligheid van artikel 30 EG-Verdrag.




Met het instellen van het verbod wordt bovendien aangesloten bij de ontwikkelingen op dit gebied in diverse andere lidstaten van de Europese Gemeenschappen. Zo is in België, Denemarken, Frankrijk, Groot-Brittannië, Luxemburg en Zweden al een soortgelijk verbod ingesteld. In Duitsland overweegt men een dergelijk verbod in te stellen.




Aangezien radarverklikkers werken door middel van het ontvangen van bepaalde elektromagnetische golven is ook bezien of er geen strijd kan ontstaan met het bepaalde in artikel 10 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Op grond van dit artikel heeft een ieder het recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat mede de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken. Dit recht strekt evenwel niet zo ver dat ook aan de ontvangst van niet voor ontvangst bestemde elektromagnetische golven bescherming wordt verleend. Het gaat hierbij om van iedere inhoudelijke informatie gespeende signalen, die uitsluitend dienen tot registratie van te snel rijdende voertuigen. De enige informatie die uitgaat van de signalen is dat er op een bepaalde plek snelheidscontroles worden verricht, en daarvan is het nu juist de bedoeling dat die informatie niet voor het publiek toegankelijk is.




Handhaving



De handhaving van het handelsverbod wordt in het bijzonder ter hand genomen door de Voedsel en Warenautoriteit. Deze organisatie zal de reguliere verkoopkanalen van de apparatuur controleren op naleving van het verbod. De apparaten worden vooralsnog in diverse winkel(keten)s en via postorderbedrijven aangeboden.




De handhaving van het verbod om de apparaten in te voeren wordt door de douane uitgevoerd. De douane zal de controle op de invoer van de apparaten meenemen in de reguliere werkzaamheden.




Ingevolge artikel 1, onderdeel 4, van de Wet op de economische delicten (Wed), is overtreding van het krachtens artikel 34, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 bepaalde als economisch delict aangemerkt, zodat opsporing en handhaving van deze overtreding in het kader van de Wed zullen plaatsvinden.




De handhaving van het verbod om de apparaten aanwezig te hebben in of aan een rijdend motorrijtuig, zal door de politie en de Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Vervoer, mee worden genomen in hun reguliere werkzaamheden. Deze handhaving zal strafrechtelijk in plaats van administratiefrechtelijk plaatsvinden, opdat aangetroffen apparaten in beslag kunnen worden genomen.




De Minister van Justitie heeft het College van procureurs-generaal, het Korpsbeheerdersberaad en de Raad van Hoofdcommissarissen om advies gevraagd over het ontwerp van het besluit. Bij brieven, gedateerd respectievelijk 4 november 2002 en 19 november 2002, is er door het College en de beide beraden hierop gereageerd. Daarbij zijn slechts enkele opmerkingen van technische aard gemaakt die niet tot een aanpassing van het besluit hebben geleid.




Notificatie



Het ontwerpbesluit is op [...] gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen [notificatienummer .../.../NL] ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). [Dit heeft niet geleid tot enige reactie/Dit heeft geleid tot de volgende reactie?]




Tevens heeft melding plaatsgevonden aan het Secretariaat van de Wereld Handelsorganisatie, ter voldoening aan artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994/235).




Verder is het ontwerpbesluit overeenkomstig artikel 2b van de Wegenverkeerswet 1994 op [?] overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal. [Dit heeft niet geleid tot enige reactie/Dit heeft geleid tot de volgende reactie?]




DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,







Roelf H. de Boer



 
 
Bron: Flitsservice.nl
 
  18-4-2003  


|

FlitsKaart