De vorstschade aan de autowegen is aanzienlijk groter dan Rijkswaterstaat doet vermoeden. De wegbeheerder spreekt van 62 locaties, terwijl het gatenmeldpunt van de VerkeersInformatieDienst (VID) al 200 plekken heeft geteld.

De omvang van de schade zou volgens Rijkswaterstaat op dit moment ongeveer 70% zijn van vorig jaar. Daarvan zijn intussen 40 locaties gerepareerd, zodat er nog maar 22 slechte plekken over zouden zijn.

De VID vindt dat de wegbeheerder een te rooskleurig beeld schetst. „Dit klopt niet. De situatie op het wegennet is uiterst belabberd. Het aantal locaties met defect asfalt is de afgelopen dagen meer dan verdubbeld”, stelt VIDzegsman Patrick Potgraven.

„We worden sinds de opening van het meldpunt dit weekeinde overspoeld met klachten van bestuurders die ons per uur nieuwe gaten melden.”

Vooral op de A1 tussen Laren en Amsterdam is er sprake van een zeer ernstige situatie. „Maar ook op de A12 en A27 neemt het aantal gaten en scheuren toe.”

Rijkswaterstaat beweert dat de gatenkaas in werkelijkheid wel meevalt, maar dat het er in de beleving van automobilisten veel meer zijn dan afgelopen jaar.

„Maar toen hadden we met een kortere vorstperiode te maken”, benadrukt Rijkswaterstaat-zegsman Mark van der Vusse.

De schade concentreert zich op de oudere open wegdekken (zoab) die gevoeliger zijn voor vorstschade in combinatie met de wisselingen tussen vriezen en dooien. Het herstelwerk zelf zal gepaard gaan met afsluitingen van rijstroken of zelfs van de hele rijbaan.

Intussen zijn er volgens Rijkswaterstaat ruim 400 meldingen van schade aan auto’s binnengekomen als gevolg van vorstschade. Vorige winter waren dat er in totaal 900.

„Claims worden zorgvuldig gecontroleerd, want we willen voorkomen dat er gefraudeerd wordt met oude schades.”