Verkeer over sluipweg uit vrees voor gevaar





 

Leeuwarden – Veel automobilisten in Fryslân mijden de doorgaande wegen waar hard gereden wordt en veel ingehaald wordt, omdat ze zich daar niet veilig voelen. In plaats daarvan nemen ze liever een sluiproute over rustige, landelijke binnenwegen. Echt veilig is die ‘oplossing’ niet.



Dat bleek gisteren in de vergadering van het Ferkearsoerlis, een overlegorgaan waarin onder anderen de gedeputeerde en wethouders van verkeer in Fryslân elkaar ontmoeten. Diverse wethouders klaagden over de onveiligheid op de snelle, doorgaande wegen die eigendom zijn van de provincie of het rijk. Zolang automobilisten zich op die wegen niet veilig voelen, zullen ze sluiproutes zoeken via smalle gemeentelijke wegen in het buitengebied.



Een extreem voorbeeld is de route van Harlingen naar de Afsluitdijk. Sommige automobilisten voelen zich zo onveilig op deze beruchte ‘dodenweg’ dat ze liever de ventweg nemen. Overigens wordt deze rijksweg N31 vanaf de zuidkant van Harlingen tot Zurich verdubbeld. Andere provinciale wegen die door vreesachtige chauffeurs gemeden worden, zijn de N356 (Nijega – Dokkum) en de N381 (Drachten – Drentse grens). Beide wegen worden de komende jaren aangepakt om ze geschikt te maken voor de hoge snelheid die er nu al dikwijls gereden wordt (100 kilometer per uur). De bedoeling is dat deze provinciale ‘stroomwegen’ zo aantrekkelijk worden dat ze verkeer van het omringende gemeentelijke wegennet weglokken.



Overigens zijn de gemeenten volgens de provincie ook schuldig aan het sluipverkeer over hun landwegen. In het belang van de verkeersveiligheid moet er een duidelijke hiërarchie zijn in het wegennet. Dit betekent niet alleen dat de provinciale wegen snel en veilig moeten zijn, maar ook dat op de gemeentelijke wegen in het buitengebied een snelheidslimiet van 60 kilometer per uur moet worden ingevoerd. Om die limiet ook ‘handhaafbaar’ te maken moeten de landwegen zo ingericht worden dat het ook niet mogelijk of aantrekkelijk is om er met een hoog tempo overheen te jagen.



Gemeenten zouden volgens de politie Fryslân en volgens justitie ook meer hun best moeten doen om de snelheid in woonwijken omlaag te krijgen. Alleen een bord met de limiet 30 kilometer per uur is niet genoeg; de wijken moeten zo worden ingericht dat de automobilist er als vanzelf niet harder rijdt. Doet een gemeente niets aan herinrichting van het stratenplan, dan gaat de politie ook niet controleren of de limiet van 30 wordt nageleefd. Wethouder Van der Veen van Achtkarspelen uitte gisteren zijn verontwaardiging over dat beleid: volgens hem is het met iedere moderne auto mogelijk om met meer dan 30 kilometer per uur comfortabel over een woonerf met plantenbakken en drempels te slalommen.

 
 
Bron: Friesch Dagblad
 
  12-10-2004  


|

FlitsKaart