De aanpak van de ergste verkeershufters in de gemeente Oss is zo’n groot succes, dat landelijke invoering wordt overwogen. Het aantal overtredingen van de tien ergste verkeershufters daalde door de aanpak met 43 procent, terwijl de top 75 van notoire verkeersovertreders zelfs 55 procent minder vaak de fout in ging.

Het verkeershuftersproject is een jaar geleden gestart. Afgesproken werd om de tien ergste hufters doorlopend op de hielen te zitten. Ze worden door surveillances extra in de gaten gehouden, krijgen een brief thuis waarin wordt gemeld dat ze extra worden gevolgd en de wijkagent gaat bij ze op bezoek om te waarschuwen dat ze uitdrukkelijk in beeld zijn.
Beïnvloeden

"We willen hun gedrag stelselmatig beïnvloeden", zegt woordvoerster Madelon Jansen van de politie Brabant-Noord. "Het zijn bestuurders die aan de lopende band in de fout gaan. Te hard rijden, door rood rijden en noem maar op. Onze agenten op straat krijgen de opdracht speciaal uit te zien naar deze figuren. Als ze om acht uur naar hun werk gaan, staan wij er vijf minuten eerder. Soms opvallend, soms onopvallend. Daarnaast leggen we alle overtredingen vast in een dossier."

Die dossiervorming heeft ook al bij de rechter tot succes geleid, zegt Madelon Jansen. "De rechter ging mee in de eis om de boetes met twintig procent te verhogen, omdat de verkeershufters al gewaarschuwd waren en toch in de fout gingen. Dus kregen ze naast geldboetes voor bijvoorbeeld niet-handsfree bellen, rijden door rood licht en een snelheidsovertreding, ook nog twintig procent opslag op al die boetes. Dat blijkt te werken, want behalve 23 bekeuringen voor de top tien van hufters, moeten twee bestuurders op eigen kosten naar een speciale cursus en is het rijbewijs van drie chauffeurs ingenomen."

Inmiddels heeft de politie Brabant-Noord het eigen proefproject uitgebreid voor het hele district en hebben al zes politiekorpsen bij hun Brabantse collega’s geïnformeerd naar het verkeershuftersproject. Ook minister Eurlings (Verkeer), minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken) en het Korps landelijke politiediensten willen meer weten om straks de aanpak landelijk te kunnen invoeren.