De Amsterdamse wethouder Tjeerd Herrema wil de wielklem in de hele stad afschaffen. Het instrument wekt volgens hem te veel agressie op, en draagt niet bij aan het imago van Amsterdam als gastvrije stad.

Alleen notoire wanbetalers kunnen nog een klem verwachten. Toeristen die het systeem niet kennen, krijgen als het aan de wethouder ligt alleen nog een boete.

Vorig jaar kregen meer dan 22.000 auto’s in de binnenstad een wielklem. Hoeveel toeristen dit betrof, wil de dienst Stadstoezicht niet zeggen. Een klem kost de parkeerder minstens 103,60 euro en een veelvoud hiervan wanneer de auto langer dan een dag blijft staan en moet worden weggesleept. In dat geval komt er op zijn minst nog 230 euro bij.

De discussie over de wielklem - ’dat kanariegele kreng’, aldus de VVD - loopt al jaren. In 2003 besloot stadsdeel Centrum het middel te handhaven, omdat de pakkans voor niet-betalers te klein was. Een wielklem zou een noodzakelijk afschrikmiddel zijn.

Herrema vindt dat echter niet opwegen tegen de agressie en de imagoschade. Ook het gegeven dat boetes via een wielklem makkelijker kunnen worden geïncasseerd, noemt hij achterhaald: ’’Er zijn steeds meer afspraken met andere landen om boetes te incasseren,’’ aldus de wethouder.

Stadstoezicht bestrijdt dat toeristen om die reden eerder een klem kregen. ’’Wij maken geen onderscheid tussen Nederlandse en buitenlandse kentekens.’’

Volgens Herrema voelt ook Erik Koldenhof (VVD), als bestuurder van Centrum belast met parkeerbeheer, voor het idee. Maar zelfs als het stadsdeel niet instemt, wordt de klem verboden. Herrema: ’’In het uiterste geval verbied ik de klem in de gemeentelijke parkeerverordening.’’