DEN HAAG - Nederlandse weggebruikers begrijpen niets van de nieuwe wegmarkeringen op provinciale wegen. Het lijnenspel van stippen, strepen en groene vlakken zorgt voor levensgevaarlijke situaties. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat start daarom in februari een landelijke voorlichtingscampagne.

Weggebruikers op provinciale wegen zien geen enkele relatie tussen de strepen en de toegestane snelheid. Verkeersdeelnemers rijden over doorgetrokken strepen, kennen de functie van de groene opvulling tussen de lijnen niet en overschrijden met regelmaat de maximumsnelheid. Bovendien zijn de markeringen nog niet in alle provinciale wegen aangepast, wat eveneens tot verwarring leidt.

Gemeenten
De campagne van het ministerie is een gezamenlijk initiatief van alle provincies, gemeenten, Unie van Waterschappen en ANWB. Demissionair-minister Karla Peijs (Verkeer) en ANWB-hoofddirecteur Guido van Woerkom zullen volgende maand het startschot geven. De ANWB komt binnenkort met de resultaten van een onderzoek waaruit blijkt dat de kennis onder verkeersdeelnemers desastreus is. Tot voor kort deden provincies zelf de voorlichting. Die rammelde aan alle kanten. In de provincie Zuid-Holland werden op hectometerpaaltjes speciale stickers aangebracht zodat automobilisten weten hoe hard ze mogen rijden. De noordelijke provincies hadden eveneens een eigen campagne opgestart. Andere provincies deden daarentegen niets aan voorlichting.

Het ministerie concludeert dat ondanks alle goede bedoelingen verkeersdeelnemers er nog steeds niets van snappen. Weggebruikers moeten zo snel mogelijk weten welke belijning bij welk snelheidsregime hoort. De nieuwe wegmarkeringen werden vanaf 2004 geleidelijk ingevoerd. Centrale boodschap van de campagne wordt dat de nieuwe belijningen een belangrijk hulpmiddel zijn bij de ondersteuning van veilig weggedrag. Het gaat om het tegengaan van riskante inhaalmanoeuvres, snelheidsgedrag aanpassen en beter anticiperen op onverwachte situaties.

"We streven naar uniformiteit van de wegmarkeringen", aldus een woordvoerder van het ministerie.