Wet griffierechten





 

Vanaf 1 november 2010 is de Wet griffierechten in burgerlijke zaken (Wgbz) inwerking getreden. Deze wet vervangt de Wet tarieven in burgerlijke zaken (Wtbz). Deze wet voorziet in een nieuwe regeling van de heffing en inning van griffierechten. Het houdt kort gezegd in dat er minder verschillende soorten tarieven zijn en geeft vaste tarieven aan waarbij ook de hoogte is aangepast. Voor mensen met een laag inkomen is er een vast laag tarief.

Voor dagvaardingszaken geldt het nieuwe griffierecht als de roldatum op of na 1 november 2010 is of voor kort geding geldt de datum van de terechtzitting op of na 1 november 2010. Voor verzoekschriften geldt het nieuwe griffierecht indien het verzoekschrift wordt ingediend op of na 1 november 2010.
Als u het griffierecht niet betaalt is de kans groot dat uw zaak niet in behandeling wordt genomen.

Vanaf 1 januari 2011 treedt het tweede gedeelte van deze wet in werking. Dit betekent dat er iets verandert in de betaling van de griffierechten. De heffing en incasso gebeuren aan het begin van de juridische procedure. Dit houdt kort gezegd het volgende in:
Indien u een procedure aanhangig maakt bij de rechtbank (sector kanton of de sector civiel), het gerechtshof of de Hoge Raad of gedaagde of verweerder in een procedure bent bij de rechtbank sector civiel, het gerechtshof of de Hoge Raad bent u griffierecht verschuldigd. U, uw advocaat of uw gemachtigde ontvangt voor het griffierecht een nota. Indien u deze nota niet tijdig betaalt binnen de daarop vermelde termijn kan dit processuele consequenties hebben voor het verdere verloop van de procedure. Indien u eiser of verzoeker bent en u betaalt niet tijdig kan dit betekenen dat er geen inhoudelijke behandeling van uw zaak plaatsvindt en uw zaak van rechtswege eindigt. Het griffierecht blijft u echter wel verschuldigd.

Indien u gedaagde of verweerder bent (niet in zaken bij de sector kanton van de rechtbank) betekent dit dat de rechter geen rekening houdt met uw verweer. Dit houdt in dat de vordering of het verzoek in beginsel zal worden toegewezen. Ook in dit geval blijft u het griffierecht verschuldigd.

Deze werkwijze geldt voor dagvaardingen die worden betekend op of na 1 januari 2011 en voor verzoekschriften ingediend op of na 1 januari 2011.

De actuele tarieven kunt u hier vinden.

Houdt u er rekening mee dat deze tarieven per 1 januari 2011 zullen worden verhoogd. De tarieven zoals deze vanaf 1 januari 2011 zullen gaan gelden kunt u hier vinden.

Laag inkomen
Als u een laag inkomen heeft, kan u (alleen in civiele zaken, en dus niet in zaken bij de bestuursrechter) in aanmerking komen het tarief voor on- en minvermogenden, zoals hieronder in de tabellen aangegeven. Wie hiervoor in aanmerking wil komen moet dat wel voor aanvang van de procedure aangeven (voor het indienen van een verzoekschrift of dagvaarding). Als u een toegevoegde advocaat (gefinancierde rechtsbijstand) heeft, dan regelt deze de vermindering van het griffierecht voor u. Heeft u geen advocaat of andere rechtsbijstandverlener ingeschakeld dan moet u een verzoek schrijven aan het gerecht waar de zaak wordt behandeld. Met dit verzoek stuurt u een zogenaamde inkomensverklaring mee. De inkomensverklaring ontvangt u van de Raad voor de Rechtsbijstand nadat u daar schriftelijk een "Aanvraag Inkomensverklaring" heeft ingeleverd.

Als u pas na het starten van de procedure erachter komt dat u voor vermindering van het griffierecht in aanmerking komt, dan kan dat alsnog worden aangevraagd, maar wel zo snel mogelijk. U dient de definitieve toevoeging of inkomensverklaring vóór de uitspraak van de rechter te verstrekken aan het gerecht, anders wordt u alsnog het hoge griffierecht in rekening gebracht.

 
 
Bron: Rechtspraak.nl
 
  27-12-2010  


|

FlitsKaart